(Bedragen x € 1.000) | ||||||||||
Activa | 31-12-2018 | 31-12-2019 | ||||||||
Vaste activa | 619.498 | 628.843 | ||||||||
Immateriële vaste activa | 2.804 | 3.338 | ||||||||
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 1.567 | 2.286 | ||||||||
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 1.237 | 1.051 | ||||||||
Materiële vaste activa | 432.125 | 442.722 | ||||||||
Investeringen met economisch nut | 254.315 | 258.037 | ||||||||
Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven | 115.116 | 119.361 | ||||||||
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut | 62.694 | 65.324 | ||||||||
Financiële vaste activa | 184.569 | 182.784 | ||||||||
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.076 | 2.076 | ||||||||
Leningen aan woningbouwcorporaties | 70.883 | 66.677 | ||||||||
Leningen aan deelnemingen | 16.555 | 15.858 | ||||||||
Overige langlopende leningen | 95.055 | 98.173 | ||||||||
Vlottende activa | 145.971 | 132.826 | ||||||||
Voorraden | 44.691 | 46.999 | ||||||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 39.079 | 41.677 | ||||||||
Overige grond- en hulpstoffen | 5.546 | 5.248 | ||||||||
Gereed producten en handelsgoederen | 66 | 75 | ||||||||
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 20.907 | 30.025 | ||||||||
Vorderingen op openbare lichamen | 4.704 | 7.112 | ||||||||
Overige verstrekte kasgeldleningen | 0 | 0 | ||||||||
Overige vorderingen | 16.203 | 22.913 | ||||||||
Liquide middelen | 191 | 75 | ||||||||
Liquide middelen | 191 | 75 | ||||||||
Overlopende activa | 80.181 | 55.727 | ||||||||
Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen | 69.423 | 48.827 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen | 269 | 338 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk | 2.031 | 436 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 8.459 | 6.126 | ||||||||
Totaal Activa | 765.468 | 761.669 |
Recht op verliescompensatie | 2.641 | 3.271 |
(Bedragen x € 1.000) | |||||
Passiva | 31-12-2018 | 31-12-2019 | |||
Eigen Vermogen | 140.491 | 133.713 | |||
Reserves | 148.903 | 126.693 | |||
Algemene reserves | 103.876 | 75.601 | |||
Bestemmingsreserves | 45.027 | 51.091 | |||
Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van de baten en lasten in de jaarrekening | -8.412 | 7.020 | |||
Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening | -8.412 | 7.020 | |||
Voorzieningen | 59.094 | 50.854 | |||
Voorzieningen | 59.094 | 50.854 | |||
Voorzieningen | 59.094 | 50.854 | |||
Vaste schulden | 424.819 | 440.614 | |||
Vaste schulden | 424.819 | 440.614 | |||
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 424.329 | 440.088 | |||
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren | 0 | 0 | |||
Waarborgsommen | 490 | 526 | |||
Vlottende passiva | 141.065 | 136.489 | |||
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 86.162 | 83.847 | |||
Overige kasgeldleningen | 45.000 | 50.000 | |||
Banksaldi | 9.922 | 8.725 | |||
Overige schulden | 31.239 | 25.122 | |||
Overlopende passiva | 54.903 | 52.642 | |||
Verplichtingen | 46.161 | 42.971 | |||
Voorschotten van Europese overheidslichamen | 619 | 771 | |||
Voorschotten van het Rijk | 3.880 | 3.377 | |||
Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 1.590 | 3.890 | |||
Overige vooruitontvangen bedragen | 2.653 | 1.633 | |||
Totaal Passiva | 765.468 | 761.669 |
Totaal gewaarborgde geldleningen | 672.550 | 645.353 | ||||||
EMU-saldo | 12.700 | -31.882 |
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële Verordening Gemeente Breda).
De cijfers van deze jaarrekening gaan over alle bij de Gemeente Breda behorende organisatieonderdelen.
De waarderingsgrondslagen zijn vergelijkbaar met het voorgaande jaar.
Waardering
Vaste activa
De activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- en vervaardigingsprijs. Deelnemingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Immateriële vaste activa
Investeringen als onderdeel van een nog door de raad in te stellen grondexploitatie worden met ingang van 2017 geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Daarbij wordt rekening gehouden met een aftrek van specifiek gerelateerde bijdragen van derden. Eventuele bijdragen uit bestemmingsreserves worden aangewend ter dekking van de kapitaallasten van genoemde type investeringen. Zodra de grondexploitatie bij raadsbesluit is ingesteld worden de geactiveerde investeringen ingebracht in de grondexploitatie.
Materiële vaste activa
Voor materiële vaste activa geldt dat de verkrijgingsprijs, waar van toepassing, is verminderd met ontvangen bijdragen van derden die in directe relatie met het actief staan, en subsidies.
Met ingang van 2017 is het uitgangspunt, dat de materiële vaste activa altijd worden geactiveerd. Tot 2017 werden investeringen met maatschappelijk nut alleen dan geactiveerd als er onvoldoende dekking is uit reserves of via de exploitatierekening. Bij een duurzame waardevermindering vindt afwaardering plaats, dan wel wordt een voorziening voor duurzame waardevermindering gevormd.
In de financiële verordening is bepaald dat het college nadere uitvoeringsregels vastlegt voor waardering en afschrijving van de vaste activa. In het financieel beleid zijn de afschrijvingstermijnen vastgelegd. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en in principe lineair bepaald. Voor gebouwen gaan we uit van een annuïtaire afschrijvingsmethodiek. Investeringen met een aanschafwaarde onder de € 50.000 worden niet geactiveerd.
Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van 1e uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.
Financiële vaste activa
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen en verstrekte leningen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, zonodig verminderd met een voorziening voor oninbaarheid. Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde als deze lager is dan verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Vlottende activa
Voorraden
De grondvoorraden en onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met al ontvangen verkoopopbrengsten. Voor verliesgevende grondcomplexen bestaat een voorziening. Op het moment dat we een tekort verwachten op een grondexploitatie treffen we een voorziening.
De gemeente heeft extracomptabel inzichtelijk gemaakt welke winstpotentie er is voor de complexen die naar verwachting afsluiten met een positief saldo. Winstneming gebeurt op basis van de POC-methode (Percentage of Completion). Tussentijds kan ook al winst worden genomen. In dat geval gaan we ervan uit dat het deel van de winst is gerealiseerd, dat we onttrekken aan de exploitatie. We bepalen de hoogte van de tussentijdse winstneming op basis van Percentage of Completion methode (POC). De berekeningswijze is als volgt: het percentage gerealiseerde kosten x het percentage gerealiseerde opbrengsten x het geprognosticeerde resultaat (rekening houdend met onzekerheden) = tussentijdse winstneming. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen in de paragraaf grondbeleid.
Overige kortlopende activa
De overige kortlopende activa, zoals debiteuren, overige vorderingen en liquide middelen, zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid.
Eigen vermogen
De algemene reserves dienen als algemeen financieel weerstandsvermogen. In bestemmingsreserves zijn bedragen gereserveerd voor (specifiek) benoemde toekomstige uitgaven of bijdragen aan budgetten.
Voorzieningen
Voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van de pensioenvoorziening voor politieke ambtsdragers (Voorziening APPA). Deze is gewaardeerd tegen contante waarde op basis van actuariële grondslagen. Voorzieningen voor planmatig onderhoud zijn onderbouwd met een meerjarenperspectief. Voor afvalstoffen en riolering zijn er voorzieningen, waarin we de jaarlijkse resultaten egaliseren.
Vaste schulden
De langlopende schulden hebben een looptijd van één jaar of langer. Deze zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de gedane aflossingen.
Vlottende passiva
Kortlopende passiva, zoals crediteuren en overige schulden zijn ook opgenomen tegen nominale waarde.
Overig
Op bijzondere waarderingsgrondslagen van specifieke balansonderdelen gaan we in bij het betreffende onderdeel in de toelichting op de balans.
Resultaatbestemming
De mutaties in reserves waarover de gemeenteraad bij begroting(swijziging) al besloot, worden verantwoord na de bepaling van het saldo van baten lasten volgens het overzicht van baten en lasten. Het saldo volgens het overzicht van baten en lasten leidt, samen met de mutaties in de reserves waarover de gemeenteraad al besloot, tot een nog te bestemmen resultaat. Het resultaat staat als afzonderlijke post op de balans. De gemeenteraad besluit over de resultaatbestemming bij de behandeling van de jaarrekening.
Toelichting vaste activa
Vaste Activa
Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden geactiveerd en hierover wordt gedurende de gebruiksduur afgeschreven Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.
Immateriële vaste activa
(Bedragen x € 1.000)
Immateriële vaste activa | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 1.567 | 2.286 |
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 1.237 | 1.051 |
Totaal Immateriële vaste activa | 2.804 | 3.338 |
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De kosten van onderzoek en ontwikkeling betreffen voorbereidingskosten voor 3 ontwikkelingsgebieden (Havenkwartier, Gasthuisvelden en Markoevers). De geactiveerde kosten worden afgeschreven in 5 jaar. In 2019 is een bedrag van € 1,2 miljoen geactiveerd en € 0,4 miljoen afgeschreven.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen in het kader van monumentenzorg bijdragen aan restauraties op monumentale panden in de binnenstad. De geactiveerde bijdragen worden afgeschreven over een periode van 25 tot 30 jaar. In 2019 hebben er geen nieuwe bijdragen plaatsgevonden. Op de boekwaarde van het beginsaldo van € 1,2 miljoen is in 2019 € 0,1 miljoen afgeschreven, zodat de boekwaarde ultimo 2019 € 1,1 miljoen bedraagt.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden geactiveerd en afgeschreven op basis van de economische levensduur. Er is onderscheid in:
- Investeringen met een economische nut: investeringen die verhandelbaar zijn of die een bijdrage leveren aan het productieproces.
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven: de investeringslasten worden door middel van heffingen in rekening gebracht bij de gebruiker. Dit zijn specifiek de investeringen voor afvalstoffen en riolering.
- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: investeringen in de openbare ruimte (wegen, parken, viaducten et cetera) zijn niet verhandelbaar en leveren geen bijdrage aan productieprocessen. Vanaf het begrotingsjaar 2017 worden ook deze (nieuwe) investeringen geactiveerd en gelden ook over deze (nieuwe) investeringen de gebruikelijke afschrijvingstermijnen.
Onderstaand een overzicht van de wijzigingen van de boekwaarde van deze materiële vaste activa in 2019.
(Bedragen x € 1.000)
Materiële vaste activa | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Investeringen met economisch nut | 254.315 | 258.037 |
Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven | 115.116 | 119.361 |
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut | 62.694 | 65.324 |
Totaal Materiële vaste activa | 432.125 | 442.722 |
Verloop materiele vaste activa | |||||||
(Bedragen x € 1.000) | |||||||
Bij: | Af: | ||||||
Boekwaarde | Investeringen afgelopen jaar | Desinvesteringen | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | Bijdragen van derden | Voorziening duurzame waardevermindering | Boekwaarde | |
Economische nut: | |||||||
Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven | 115.117 | 10.498 | 6.249 | 5 | 119.361 | ||
Subtotaal | 115.117 | 10.498 | 0 | 6.249 | 5 | 0 | 119.361 |
Overige investeringen met economisch nut: | |||||||
Gronden | 48.646 | 3.686 | 370 | 159 | 608 | 51.195 | |
In erfpacht uitgegeven gronden | 10.554 | 430 | -703 | 318 | 11.369 | ||
Woonruimten | 74 | 8 | 66 | ||||
Bedrijfsgebouwen | 145.042 | 8.329 | 1.172 | 5.943 | 121 | 146.135 | |
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 8.688 | 83 | 1.081 | 7 | 7.683 | ||
Vervoermiddelen | 5.177 | 3.357 | 1.102 | 7.432 | |||
Machines, apparaten en installaties | 10.314 | 79 | 20 | 1.206 | 9.167 | ||
Overige mva | 25.820 | 3.584 | 121 | 4.292 | 1 | 24.990 | |
Subtotaal | 254.315 | 19.548 | 980 | 13.632 | 288 | 926 | 258.037 |
Investeringen met een maatschappelijk nut | |||||||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken t/m 2016 | 48.393 | 6.505 | 41.888 | ||||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken vanaf 2017 | 14.300 | 12.537 | 681 | 2.720 | 23.436 | ||
Subtotaal | 62.693 | 12.537 | 0 | 7.186 | 2.720 | 0 | 65.324 |
Totaal | 432.125 | 42.583 | 980 | 27.067 | 3.013 | 926 | 442.722 |
Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven
Deze investeringen betreffen de investeringen in riolering van € 10,3 miljoen. In 2018 waren de investeringen van vergelijkbaar volume, € 11 miljoen. In 2019 is het Stedelijk Waterplan 2019 -2023 vastgesteld wat de basis vormt voor de uit te voeren investeringen.
Overige investeringen met economisch nut
In 2019 heeft de aankoop van de voormalige rechtbanklocatie plaatsgevonden voor in totaal € 8,4 miljoen. Hiervan is € 4 miljoen verantwoord onder de categorie gronden en € 4,4 miljoen onder de categorie bedrijfsgebouwen. Onder de bedrijfsgebouwen zijn daarnaast de investeringen in verduurzaming van onze gebouwen en de verbouwing Mezz verantwoord voor € 1,6 miljoen.
Onder de overige investeringen met economisch nut is ultimo 2019 voor een bedrag van € 28,5 miljoen aan activa (gronden en opstallen) opgenomen dat bestemd is voor gemeentelijke gebiedsontwikkeling, dit betreft gronden en opstallen in het Havenkwartier, Gasthuisvelden en agrarische gronden op diverse locaties. Samen met de boekwaarde op de balanspost Overige grond- en hulpstoffen onder voorraden is dit de boekwaarde van de af te stoten en strategische bezittingen uit de voorraad panden en gronden. In de paragraaf grondbeleid is onder de voorraad panden en gronden een toelichting over deze activa opgenomen.
De investeringen in vervoermiddelen betreffen de investeringen in het gemeentebrede wagenpark. De investeringen in overige materiële vaste activa betreffen met name investeringen in bedrijfsmiddelen zoals automatisering en de investeringen in audiovisuele apparatuur in het stadhuis.
Investeringen met maatschappelijk nut
Dit betreffen de investeringen in onze openbare ruimte op het gebied van wegen, parken, viaducten en dergelijke ter grootte van € 12,5 miljoen. In 2018 is hierin voor € 9,7 miljoen geactiveerd.
Desinvesteringen
Desinvesteringen op het gebied van gronden en panden hangt samen met de verkoop van de Tweeschaar en locaties aan de Generaal Maczekstraat en de Zomergemstraat.
De negatieve desinvestering op het gebied van erfpacht betreft herwaardering van in het verleden uitgegeven gronden in erfpacht welke nog niet conform de geldende BBV-wetgeving tegen eerste uitgifteprijs waren gewaardeerd. In 2019 is dit gecorrigeerd.
Afschrijvingen
De jaarlijkse afschrijvingslast is bepaald conform de afschrijvingstabel in het financieel beleid. Op basis van levensduur wordt de jaarlijkse afschrijvingslast bepaald. Voor gebouwen schrijven we annuitair af, wat wil zeggen een jaarlijks gelijkblijvende kapitaallast van rente plus afschrijving. Voor de overige activa schrijven we lineair af, waarbij de afschrijvingslast gelijk blijft, maar de rentelast gedurende de looptijd afneemt.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn deelnemingen en verstrekte leningen gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, zonodig verminderd met een voorziening voor oninbaarheid. Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde als deze lager is dan verkrijgingsprijs. Er wordt geen afwaardering wegens oninbaarheid noodzakelijk geacht.
(Bedragen x € 1.000)
Financiële vaste activa | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.076 | 2.076 |
Leningen aan woningbouwcorporaties | 70.883 | 66.677 |
Leningen aan deelnemingen | 16.555 | 15.858 |
Overige langlopende leningen | 95.055 | 98.173 |
Totaal Financiële vaste activa | 184.569 | 182.784 |
Kapitaalverstrekkingen
De nominale waarde van de aandelenbelangen in betreffende deelnemingen zijn in 2019 niet gewijzigd.
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Brabant Water NV | 735 | 735 |
Bank Nederlandse Gemeenten NV | 644 | 644 |
Intergas NV | 0 | 0 |
Enexis / Essent NV | 24 | 24 |
Stadsherstel NV | 204 | 204 |
Chasse Theater Beheer NV | 227 | 227 |
Bredase Investeringsmaatschappij NV (BrIM) | 227 | 227 |
Rewin | 16 | 16 |
Neovita B.V. | 0 | 0 |
Totaal Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.076 | 2.076 |
Leningen
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Leningen aan deelnemingen | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Chassé Theater Beheer NV | 15.501 | 14.843 |
Stadsherstel NV | 1.054 | 1.016 |
Totaal Leningen aan deelnemingen | 16.555 | 15.858 |
Op de leningen aan deelnemingen vinden de contractuele aflossingen plaats.
Overige langlopende vorderingen en leningen
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Overige langlopende leningen | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
BreedSaaM | 78.598 | 76.408 |
Leningen Gemeentelijke Kredietbank | 3.327 | 3.511 |
Leningen Sociale Zaken | 1.189 | 1.403 |
Museum of the Image (MOTI) | 359 | 0 |
Startersleningen | 6.551 | 6.611 |
Deposito voormalig Hypotheekfonds Noord-Brabant | 829 | 429 |
Lening Nationaal Restauratie Fonds | 1.296 | 1.227 |
Synchroon B.V. | 2.846 | 2.846 |
Leningen U/G Woonwagenpercelen | 60 | 515 |
Leningen U/G Sportverenigingen | 0 | 575 |
Leningen U/G Klimaatfonds en Verduurzaming | 0 | 34 |
Leningen U/G Klimaatfonds Breda | 0 | 170 |
Leningen U/G Wilko Fruit | 0 | 675 |
Leningen U/G Cultuur | 0 | 3.767 |
Totaal Overige langlopende leningen | 95.055 | 98.173 |
Leningen BreedSaaM
De Gemeente Breda heeft in 2014 de overeenkomst tot de door decentralisatie voor huisvestingsmiddelen voor het primair en speciaal onderwijs ondertekend. In het kader daarvan zijn de onderwijsgebouwen tegelijkertijd met het verstrekken van leningen overgedragen aan BreedSaaM. Aan de doordecentralisatieovereenkomst ligt een business case ten grondslag met een aantal kaderstellende voorwaarden. Op basis daarvan wordt het risico op oninbaarheid van deze leningen nihil geacht.
Startersleningen
De gemeenteraad heeft voor de startersleningen Breda kredieten beschikbaar gesteld van in totaal € 5,7 miljoen in de jaren 2009, 2013, 2014 en 2017. In 2019 heeft de gemeenteraad, naast de al bestaande Blijverslening, ook de Verzilverlening beschikbaar gesteld. € 0,7 miljoen van de eerder € 0,95 beschikbaar gestelde krediet voor de Blijverslening is overgeheveld naar de Verzilverlening. Tevens is voor alle 3 de leningen in totaal € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld die naar behoefte wordt verdeeld over de 3 leningen.
In 2019 zijn 28 startersleningen verstrekt (totaal 486 sinds 2009), een daling ten opzichte van 2018 en een verdere daling ten opzichte van de jaren daarvoor. Redenen voor de verdere daling zijn de duurdere koopwoningmarkt en de strenge hypotheekvoorwaarden.
Vanwege de duurdere koopwoningmarkt zijn in 2019 de maximale verwervingskosten voor het kopen van een eerste woning verhoogd naar respectievelijk € 225.000 voor een reguliere (nieuwbouw)woning en € 240.000 voor een energie-neutrale en/of nul-op-de-meterwoning.
In 2019 zijn 2 Blijversleningen verstrekt en 0 Verzilverleningen. Om de Blijverslening bereikbaar te maken voor een grotere doelgroep is de maximale inkomensgrens die de gemeente had ingesteld weer opgeheven. Daarentegen is een maximale inkomensgrens toegevoegd aan de Verzilverlening. Voornaamste reden voor de inkomensgrens is dat Breda de Verzilverlening vooral beschikbaar wil stellen voor mensen die onvoldoende inkomen hebben om maandelijks te kunnen aflossen.
De uitvoering van de Startersleningen, Blijversleningen en Verzilverleningen zijn grotendeels uitbesteed aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
Synchroon
Op 28 december 2017 is het pand gelegen aan de Parade 10-14 (voormalige Chassé Kazerne) verkocht en in eigendom overgedragen aan Synchroon BV. Synchroon BV wil het pand transformeren naar woningen, horeca, detailhandel en hotel. De lening (€ 2.846.100) betreft de koopsom van het pand die Synchroon BV schuldig is aan de Gemeente Breda op het moment dat de omgevingsvergunning voor het bovengenoemd transformatieplan onherroepelijk is. De koopsom is in januari 2020 ontvangen.
Leningen u/g woonwagenpercelen
Voor een aantal woonwagenlocaties zijn in 2019 huurkoop overeenkomsten gesloten. Voor bewoners op woonwagenpercelen, waarvoor het lastig is om een koop van het perceel van de gemeente te financieren, biedt de Gemeente de mogelijkheid om het perceel in eigendom te verkrijgen door middel van huurkoop. Middels deze financieringsvorm is het inmiddels gelukt om in 2019 20 percelen te verkopen (in 2018 waren dit er 2).
Leningen u/g sportverenigingen
Er zijn aan twee sportverenigingen leningen verstrekt voor investeringen in sportvelden.
Leningen u/g Klimaatfonds Breda
Het Klimaatfonds verstrekt leningen tegen een lage rente om projecten te realiseren die bijdragen aan de klimaatdoelstelling van de stad. Het gaat om projecten op het gebied van energiebesparing, duurzame energieopwekking, mobiliteit en klimaatadaptatie.
Leningen u/g Wilko Fruit
Vanuit de activiteiten van het Lokaal Herstructureringsfonds is in samenwerking met de BOM een lening verstrekt aan Wilko Fruit van € 1,35 miljoen. Gemeente participeert voor 50% in deze lening, de vordering bedraagt € 0,7 miljoen.
Leningen u/g Cultuur
Dit betreft met name de verstrekte leningen aan de Stichting De Nieuwe Veste (€ 3 miljoen) en aan Stichting Mezz (€ 0,5 miljoen).
Toelichting Vlottende activa
Voorraden
Vlottende activa zijn bezittingen waarin het vermogen in principe voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd bijvoorbeeld voorraden, vorderingen en liquide middelen.
De voorraden zijn hoofdzakelijk grondexploitatie. In de paragraaf Grondbeleid in deze jaarstukken wordt ingegaan op deze ontwikkeling en is toegelicht welke aanpassingen in dit kader zijn verwerkt. In deze paragraaf wordt ook inzicht gegeven in de planresultaten per exploitatie, de voorraad gronden en panden en de risico's.
Het BBV specificeert het bezit van grond naar de volgende activa:
- materiële vaste activa
- bouwgrond in exploitatie (BIE)
- voorraad grond
Bedragen x € 1.000 | |||
Voorraden | 31-12-2018 | 31-12-2019 | |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 69.130 | 66.993 | |
Voorziening onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie | -30.051 | -25.316 | |
Overige grond- en hulpstoffen | 6.359 | 6.313 | |
Voorziening overige grond- en hulpstoffen | -813 | -1.065 | |
Gereed producten en handelsgoederen | 66 | 75 | |
Totaal Voorraden | 44.691 | 46.999 |
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht onderhanden werk | Bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | 69.130 |
mutaties | 2.137 |
Stand per 31-12-2019 | 66.993 |
Onder het onderhanden werk zijn opgenomen de bouwgronden in exploitatie (IEGG) en overige:
Bedragen x € 1.000
Onderdeel | 31-12-2018 | Mutaties | 31-12-2019 |
---|---|---|---|
totaal onderhanden werk | 69.130 | -2.137 | 66.993 |
waarvan bouwgronden in exploitatie (IEGG) | 71.757 | -4.764 | 66.993 |
waarvan bouwgronden overig | -2.627 | 2.627 | 0 |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie IEGG:
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht bouwgronden in exploitatie (IEGG) | bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | 71.757 |
mutaties | -4.764 |
Stand per 31-12-2019 | 66.993 |
Nog te maken kosten | 29.611 |
Nog te realiseren opbrengsten | 81.378 |
De gronden in exploitatie hebben betrekking op 22 grondexploitaties; deze nemen in waarde af van € 68,4 miljoen naar € 63,6 miljoen. De mutaties betreffen de gerealiseerde baten, met name verkoopopbrengsten en lasten, zoals kosten voor bouw- en woonrijpmaken in 2019.
In de onderstaande tabel is de boekwaarde per grondexploitatie weergegeven:
Naam | Stand | Mutaties 2019 | Stand | Eindwaarde jaar | Bedrag eindwaarde |
---|---|---|---|---|---|
Via Breda | |||||
Stationskwartier | 13.871 | 344 | 14.215 | 2023 | -6.412 |
Totaal Via Breda | 13.871 | 344 | 14.215 | ||
Werken | |||||
Markpark | 3.042 | 66 | 3.108 | 2020 | -1.463 |
Verzamelcomplex Bedrijventerreinen | 1.984 | -768 | 1.216 | 2021 | 765 |
Werkdonken | 2.619 | 220 | 2.839 | 2024 | 1.524 |
Rithmeesterpark | 14.334 | -2.433 | 11.901 | 2024 | 1.003 |
Heilaar Noord | 604 | 282 | 886 | 2020 | 1.661 |
Totaal Werken | 22.583 | -2.633 | 19.950 | ||
Wonen | |||||
Verzamelcomplex Wonen | -561 | 304 | -257 | 2020 | 1.743 |
Nieuw Wolfslaar | -19 | 112 | 93 | 2020 | 172 |
Roosberg | 233 | -233 | 0 | 2019 | Geliquideerd |
Eikberg | -2.061 | 759 | -1.302 | 2022 | 1.961 |
Wisselslag | 1.921 | -263 | 1.658 | 2021 | -2.035 |
Saval | 4.155 | -4.155 | 0 | 2019 | Geliquideerd |
Tijdelijke woningen | 706 | -706 | 0 | 2019 | Geliquideerd |
Adriaan K. Landgoed | 3.244 | -123 | 3.121 | 2022 | -1.445 |
Waterdonken | 1.203 | 689 | 1.892 | 2021 | 772 |
Bouverijen | 27.414 | 1.006 | 28.420 | 2023 | -13.091 |
Meulenspie | 285 | 73 | 358 | 2020 | -870 |
Hoge Gouw | -1.280 | -432 | -1.712 | 2021 | 1.935 |
Haenen-Zuid | -180 | 180 | 0 | 2019 | Geliquideerd |
Westerhagelaan-Muizenberglaan | 653 | 31 | 684 | 2022 | 440 |
Vijverstraat, Prinsenbeek | -222 | 81 | -141 | 2020 | 94 |
Burg. Middelaerlaan | -188 | 188 | 0 | 2019 | Geliquideerd |
Totaal Wonen | 35.303 | -2.485 | 32.828 | ||
Totaal | 71.757 | -4.764 | 66.993 |
Een toelichting op de belangrijkste mutaties in de grondexploitaties is als volgt:
- Aan het einde van het jaar zijn vijf grondexploitaties geliquideerd. Deze grondexploitaties zijn: Roosberg, Saval, Tijdelijke Woningen, Haenen Zuid en Burgmeeester Middelaerlaan. Hierdoor nam de boekwaarde voor deze grondexploitaties af met € 4,7 miljoen. De grondexploitaties Saval en Tijdelijke woningen zijn afgesloten met een negatief resultaat; het bedrag is ten laste van de voorziening gebracht. De grondexploitaties Roosberg, Haenen zuid en Burgmeester Middelaerlaan hadden bij afsluiting een positief resultaat. Dit resultaat is ten gunste van het resultaat gebracht. .
- De boekwaarde van het verzamelcomplex bedrijventerreinen is afgenomen met bijna € 0,8 miljoen. Deze grondexploitatie bestaat uit restkavels van eerder geliquideerde grondexploitaties. De mutatie is in hoofdzaak het gevolg van verkoop van grond van het voormalige bedrijventerrein Hoogeind.
- Voor de grondexploitatie Rithmeesterpark is de boekwaarde gedaald met € 2,4 miljoen; dit is voornamelijk toe te schrijven aan de verkopen in de deelgebieden noord en midden.
- De afname van € 0,8 miljoen van de boekwaarde van de grondexploitatie Eikberg is in hoofdzaak te verklaren uit de tussentijdse winstneming (€ 1,0 miljoen).
- Voor de grondexploitatie Bouverijen is de boekwaarde met € 1,0 miljoen toegenomen. Dit is in hoofdzaak het gevolg van kosten van bouw- en woonrijp maken van deelgebieden (€ 2,0 miljoen), rente over de boekwaarde (€0,4 miljoen) en gerealiseerde verkoopopbrengsten verlagen de boekwaarde met € 1,6 miljoen.
- De toename van de boekwaarde van de grondexploitatie Waterdonken is toe te schrijven aan de tussentijdse winstneming (€ 0,5 miljoen) en kosten woonrijpmaken (€ 0,2 miljoen).
Winstneming op bouwgronden:
Rekening is gehouden met een tussentijdse winstneming van € 2,9 miljoen in negen grondexploitaties. De winstneming is gebaseerd op de Percentage of Completion (POC) methode. De winst moet worden genomen bij grondexploitaties met een negatieve én positieve boekwaarde. Als winstnemingsformule geldt: het percentage in de voortgang in de kosten, vermenigvuldigd met het percentage in de voortgang in de opbrengsten, vermenigvuldigd met het verwachte positieve resultaat op eindwaarde, gecorrigeerd voor projectspecifieke risico's. Voor een verder toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
De nog te maken kosten in de lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 29,6 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2020. Deze kosten zijn opgebouwd uit:
Bedragen x € 1.000
Nog te maken kosten: | bedrag | % |
---|---|---|
Bouw-en woonrijpmaken | 24.312 | 82% |
Honoraria | 2.926 | 10% |
Verwervingen | 0 | 0% |
Overige kosten | 2.373 | 8% |
Totaal | 29.611 | 100% |
Verreweg de grootste kostenpost vormt het bouw- en woonrijpmaken met een aandeel van 82%. Honoraria (Dit betreffen de kosten voor ambtelijke inzet) is een post die hiermee direct samenhangt.
Kijkend naar de afzonderlijke grondexploitaties dan is bijna 70 % van de nog te maken kosten opgenomen in drie grondexploitaties Bouverijen (€ 11,9 miljoen), Rithmeesterpark (€ 4,6 miljoen) en Stationskwartier (€ 3,8 miljoen).
De nog te realiseren opbrengsten in de lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 81,4 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2020. Deze opbrengsten bestaan uit de volgende categorieën:
Bedragen x € 1.000
Nog te realiseren opbrengsten | bedrag | % |
---|---|---|
Opbrengst woningbouw | 47.145 | 58% |
Opbrengst bedrijventerrein | 28.668 | 35% |
Opbrengst kantoren | 3.995 | 5% |
Opbrengst overige categorieën | 616 | 1% |
Overige opbrengsten en subsidies | 954 | 1% |
Totaal | 81.378 | 100% |
Het grootste deel van de opbrengsten is te behalen bij de woningbouw en de bedrijventerreinen, tezamen vormen deze posten 93% van het totaal. Voor kantoren bedraagt het aandeel 5% van het totaal.
De opbrengsten voor woningbouw zijn voornamelijk nog te realiseren in de grondexploitaties Bouverijen (€ 27,8 miljoen) en Stationskwartier (€7,7 miljoen). De opbrengsten voor bedrijventerreinen zijn grotendeels nog te behalen in de grondexploitaties Rithmeesterpark (€ 17,3 miljoen) en Werkdonken (€ 4,9 miljoen). Voor kantoren zijn de opbrengsten geconcentreerd in de grondexploitatie Stationskwartier (€ 3,7 miljoen).
Onderhanden werk bouwgronden in exploitatie overig:
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht overige bouwgronden in exploitatie overig | Bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | -2.627 |
mutaties | 2.627 |
Stand per 31-12-2019 | 0 |
Onder deze post was begin 2019 het saldo voor herstructureringsfonds BOM voor - € 2,6 miljoen opgenomen. In 2019 is gekomen tot een herbezinning van de samenwerking. Hierbij is gebleken, dat er geen uitzicht bestaat op nieuwe concrete deelprojecten, waarop is besloten het fonds financieel af te wikkelen.
De financiële afwikkeling heeft in dit boekjaar geleid tot een herrubricering van deze post op de balans. De in het saldo inbegrepen vordering van € 0,7 miljoen op Wilco Fruit is geherrubriceerd naar de financiële vaste activa. De in het saldo inbegrepen rekening-courant schuld aan het herstructureringsfonds van € 1,1 miljoen is per balansdatum opgenomen onder de post overlopende passiva op de balans. Het resterende saldo van € 2,2 miljoen is vrijgevallen ten gunste van het resultaat 2019.
Voorziening onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht voorziening onderhanden werk | bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | -30.051 |
Mutaties 2019 | 4.735 |
Stand per 31-12-2019 | -25.316 |
Voor verliesgevende grondexploitaties moet conform het BBV direct een voorziening worden getroffen. Het is een keuze van de gemeente om deze voorziening te waarderen tegen eindwaarde of tegen contante waarde. Het BBV heeft een sterke voorkeur voor waardering op eindwaarde. De gemeente kiest bij deze jaarrekening voor de waardering per 31/12/2019 op eindwaarde.
De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de herzieningen van de grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat. De herzieningen bevatten aannames ten aanzien van de verwachte kosten en opbrengsten. Uitgangspunt voor de berekeningen is het zogenaamde "midcase-scenario". Daarmee is de huidige waardering tot stand gekomen op basis van de beste inschatting van het tijdstip van het opstellen van de herziening. De waardering is dus een inschatting, de realisatie kan afwijken van de verwachting.
In onderstaande tabel zijn de mutaties in de voorziening per grondexploitatie weergegeven:
Bedragen x € 1.000
Voorziening onderhanden werk | voorziening JRK18 | BBV rente | voorziening JRK18 | mutatie | voorziening JRK19 | inzet | voorziening JRK19 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
VIA BREDA | 6.258 | 125 | 6.383 | 29 | 6.412 | - | 6.412 | |
1281706 | Stationskwartier | 6.258 | 125 | 6.383 | 29 | 6.412 | 6.412 | |
WERKEN | 1.388 | 28 | 1.416 | 47 | 1.463 | - | 1.463 | |
1281029 | Markpark | 1.388 | 28 | 1.416 | 47 | 1.463 | 1.463 | |
WONEN | 22.405 | 448 | 22.853 | -439 | 22.414 | -4.973 | 17.441 | |
1281083 | Wisselslag | 1.937 | 39 | 1.976 | 59 | 2.035 | 2.035 | |
1281086 | Saval | 4.378 | 87 | 4.465 | -220 | 4.245 | -4.245 | - |
1281090 | Tijdelijke woningen | 792 | 16 | 808 | -80 | 728 | -728 | - |
1281106 | Adriaan K. landgoed | 1.601 | 32 | 1.633 | -188 | 1.445 | 1.445 | |
1281802 | Bouverijen | 12.842 | 257 | 13.099 | -8 | 13.091 | 13.091 | |
1281803 | Meulenspie | 855 | 17 | 872 | -2 | 870 | 870 | |
TOTAAL | 30.051 | 601 | 30.652 | -363 | 30.289 | -4.973 | 25.316 |
De voorziening neemt af van € 30,0 mln. naar € 25,3 miljoen. De afname van € 4,7 miljoen is te verklaren uit:
- het bijschrijven van rente met € 0,6 mln. de voorziening neemt hierdoor toe van € 30,1 miljoen naar € 30,7 miljoen
- een vrijval van de voorziening met per saldo van € 0,3 miljoen; deze mutatie is voornamelijk toe te schrijven aan de positieve ontwikkelingen in de weergegeven grondexploitaties;
- een inzet voor de voorziening van € 5,0 miljoen. Dit is toe te schrijven aan het afsluiten van de grondexploitaties Saval en Tijdelijke woningen, omdat de werkzaamheden in die plannen geheel zijn afgerond. Het tekort van beide grondexploitaties van € 5,0 miljoen wordt onttrokken uit de voorziening.
Overige grond- en hulpstoffen
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht overige grond- en hulpstoffen | Bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | 6.359 |
mutaties | -46 |
Stand per 31-12-2019 | 6.313 |
Onder de voorraad overige grond- en hulpstoffen zijn opgenomen de af te stoten objecten gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of huidige marktwaarde. De voorraad is eind 2019 in waarde iets afgenomen. De afname is toe te schrijven aan een aantal mutaties. Als gevolg van wijzigingen in de grondexploitatie Eikberg is een perceel overgegaan naar de voorraad overige grond- en hulpstoffen. De waarde neemt hierdoor met € 0,2 miljoen toe. Als gevolg van verkopen van de locatie aan de Laan van Mertersem en het voormalige schoolgebouw de Draaiboom neemt de waarde met € 0,2 miljoen af.
Voorziening overige grond- en hulpstoffen
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht voorziening overige grond- en hulpstoffen | Bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | -813 |
mutaties | -252 |
Stand per 31-12-2019 | -1.065 |
Als de boekwaarde hoger is dan de huidige marktwaarde, treffen we een voorziening (duurzame waardevermindering). De waardering wordt jaarlijks beoordeeld en aangepast aan de marktwaarde. Wanneer de marktwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt een voorziening duurzame waardevermindering gevormd om de boekwaarde te verlagen. Als er in het verleden een voorziening duurzame waardevermindering is gevormd, valt de voorziening (gedeeltelijk) vrij wanneer de marktwaarde is toegenomen.
De voorziening neemt toe van € 0,8 miljoen naar € 1,1 miljoen door diverse aanpassingen. De belangrijkste mutatie is de verhoging van de voorziening met € 0,3 miljoen voor de Sprundelsebaan als gevolg van taxatie.
Waardering onderhanden werk grondexploitaties
Gereed producten en handelsgoederen
Bedragen x € 1.000
Verloopoverzicht gereed producten en handelsgoederen | Bedrag |
---|---|
Stand per 31-12-2018 | 66 |
mutaties | 9 |
Stand per 31-12-2019 | 75 |
Onder deze post staan de voorraden per balansdatum van de catering, eigen verklaringen +/- 70 en de voorraden van ATEA.
Vorderingen
Hieronder zijn de vorderingen met een looptijd korter dan een jaar gerubriceerd. De
vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, dit is de verwachte opbrengst bij incassering.
Conform de wettelijke eisen zijn de voorzieningen wegens oninbaarheid op de openstaande vorderingen in mindering gebracht.
(Bedragen x € 1.000)
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Debiteuren openbare lichamen | 4.704 | 7.112 |
Overige verstrekte kasgeldleningen | 0 | 0 |
Debiteuren | 11.294 | 17.501 |
Voorziening dubieuze debiteuren | -2.903 | -6.164 |
Debiteuren verhaal en terugvorderingen Wwb/BUIG | 18.219 | 17.487 |
Voorziening debiteuren verhaal en terugvordering Wwb/BUIG | -10.406 | -10.211 |
Vordering schatkistbankieren | 0 | 75 |
Overige vorderingen | 0 | 4.225 |
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 20.907 | 30.025 |
Ingevolge de regelgeving worden de debiteuren op openbare lichamen apart getoond op de balans. Bij een aantal publiekrechtelijke lichamen is de openstaande post hoger t.o.v. vorig jaar. Dit is het geval bij Gemeente Altena (€ 1,3 miljoen hoger), gemeente Oosterhout (€0,9 miljoen hoger), gemeente Geertruidenberg (€0,4 miljoen hoger) in verband met bevoorschotting regionale inkoop jeugd.
De post debiteuren is ultimo 2019 € 6,2 miljoen hoger dan ultimo 2018. Dit verschil wordt met name verklaart door een aantal incidentele hoge vorderingen. Ultimo 2019 is een bedrag van € 3,3 miljoen gefactureerd aan NS Poort inzake naheffingsaanslagen BTW en grondtransacties OVTC op basis van een oude vordering uit 2017. Verder staat ultimo 2019 een vordering open op Synchroon voor een bedrag van € 2,9 miljoen inzake de overdracht van de voormalige Chassekazerne. Daarnaast is een afrekening jeugdhulp over de jaren 2015 tot en met 2017 aan Juzt voor een bedrag van € 1,6 miljoen een verklaring voor het hogere debiteurensaldo.
De fors hogere post voorziening dubieuze debiteuren wordt vrijwel volledig verklaard, doordat de vordering op NS Poort gezien de ouderdom van de vordering vanuit oogpunt van voorzichtigheid ook volledig is voorzien.
Onder de overige vorderingen zijn twee door de Gemeente Breda in 2019 aan Juzt verstrekte leningen van € 2,6 miljoen en € 1,6 miljoen, in totaal € 4,2 miljoen, opgenomen. De leningen zijn verstrekt om de tijdelijke liquiditeitsproblemen bij Juzt het hoofd te kunnen bieden en de aangeboden zorg duurzaam kan worden geborgd.
Liquide middelen
Bedragen x € 1.000
Liquide middelen | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Kasgelden | 35 | 44 |
Banktegoeden | 97 | 10 |
Kruisposten | 59 | 20 |
Totaal Liquide middelen | 191 | 75 |
toelichting
Onder de liquide middelen worden de kas- en banksaldi alsmede kruisposten opgenomen. Deze middelen zijn vrij besteedbaar.
Overlopende activa
De overlopende activa zijn vooruitbetaalde kosten of nog te ontvangen baten waarvan de afwikkeling in het komende boekjaar plaatsvindt.
bedragen x € 1.000
Overlopende activa | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen | 69.423 | 48.231 |
Verhaalbare kosten facilliterende grondexploitaties | 0 | 301 |
Nog te verhalen kosten facilliterende grondexploitaties | 0 | 0 |
Nog te verrekenen kosten facilliterend grondexploitaties | 0 | 294 |
Voorziening facilliterend grondexploitaties | 0 | 0 |
Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen | 269 | 338 |
Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk | 2.031 | 436 |
Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 8.459 | 6.126 |
Totaal Overlopende activa | 80.181 | 55.727 |
De post overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen is eind 2019 fors lager dan eind 2018. Dit lagere saldo wordt met name verklaard doordat op deze post eind 2018 nog voor zo'n € 18,7 miljoen was opgenomen om af te rekenen inzake Jeugdhulp, wat in 2019 grotendeels is afgewikkeld. Verder was eind 2018 onder deze post als nog te ontvangen post de hiervoor toegelichte vordering op NS poort opgenomen, die inmiddels in 2019 als vordering onder de post debiteuren is verwerkt.
Conform gewijzigde regelgeving worden verhaalbare kosten, nog te verhalen kosten en nog te verrekenen kosten inzake de faciliterende grondexploitaties
vanaf boekjaar 2019 apart getoond in de toelichting onder de post overlopende activa.
De nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen, van het Rijk en van overige Nederlandse overheidslichamen, zijn in onderstaand verloopoverzicht gespecificeerd per regeling weergegeven. Dit betreffen toegezegde subsidies met een specifiek bestedingsdoel, waarvoor in de jaren tot en met het verslagjaar wel prestaties zijn geleverd, maar die pas achteraf met de subsidieverstrekker kunnen worden afgerekend. Het verschil tussen de vorderingpositie van 2019 ten opzichte van 2018 van € 4,1 miljoen is met name het gevolg van de afrekening van de BDU-subsidie regeling in het kader van de Aanleg Nieuw Sleutel Project van € 4,3 miljoen.
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | 31-12-2018 | Bij | Af | 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|
Weidehek/Rietdijk Fietsstraat | 0 | 17 | 0 | 17 |
Backer en Ruebweg-Konijnenberg | 0 | 1.064 | 0 | 1.064 |
Zuidelijke Rondweg | 0 | 198 | 0 | 198 |
EVZ Rudonk | 0 | 5 | 0 | 5 |
Health & Greenspace | 0 | 9 | 0 | 9 |
Wave | 0 | 49 | 0 | 49 |
GreenQuays | 0 | 104 | 0 | 104 |
Subsidie Verbetering LKP | 93 | 0 | 0 | 93 |
Subsidie Smart High Straat Willemstraat | 30 | 0 | 30 | 0 |
Subsidie BIRK Breda Stationskwartier | 560 | 0 | 0 | 560 |
Subsidie De Ruit van Breda | 21 | 33 | 0 | 54 |
Subsidie Ulvenhoutse Bos | 0 | 159 | 0 | 159 |
Bijdrage Biodiversiteit | 0 | 728 | 0 | 728 |
Regeling Vangnetuitkering | 1.578 | 0 | 1.578 | 0 |
Regeling Statushouders | 209 | 190 | 209 | 190 |
Regeling BDU-subsidie | 4.456 | 0 | 4.305 | 151 |
Regeling Subsidie NSP1 SKW | 1.823 | 457 | 0 | 2.280 |
Educatieve maatregelen | 1.464 | 46 | 1.472 | 38 |
Regeling BBZ 2004 75% (SISA) | 243 | 226 | 352 | 117 |
AirQon EU | 51 | 0 | 51 | 0 |
Subsidie vervolgaanpak toegankelijkheid OV | 15 | 0 | 15 | 0 |
Subsidie Brabant Start | 0 | 35 | 0 | 35 |
Cool Towns | 30 | 51 | 30 | 51 |
Subsidie Triple A | 82 | 27 | 82 | 27 |
Subsidie BISEPS | 98 | 95 | 98 | 95 |
Sel Interreg Vlaanderen | 7 | 2 | 7 | 2 |
Vierde Bergboezem | 0 | 193 | 0 | 193 |
Natuur in de wijk | 0 | 20 | 0 | 20 |
Aa of Weerijs | 0 | 23 | 0 | 23 |
Lage Vuchtpolder | 0 | 420 | 0 | 420 |
Totaal | 10.761 | 4.151 | 8.229 | 6.683 |
Toelichting eigen vermogen en voorzieningen
Passiva
Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de gemeente wordt gevormd door de reserves en het rekeningresultaat.
Nog te bestemmen resultaat
Het resultaat bedraagt € 7 miljoen positief. Voor een bedrag van € 8,8 miljoen wordt voorstellen voor resultaatbestemming gedaan. Dit betreft onderstaande onderdelen:
(bedragen x € 1 miljoen) | Voorstel resultaatbestemming |
---|---|
Decembercirculaire 2019 | 2,6 |
Investeringen in brand- en dakveiligheid | 1,1 |
Preventie armoede en schuldhulpverlening | 0,3 |
Arbeidsmarktregio West-Brabant | 1,1 |
Cliëntenondersteuning | 0,2 |
Collectiebeheer musea | 0,2 |
Implementatie nieuwe Wet Inburgering | 0,2 |
Regionale aanpak huiselijk geweld | 0,7 |
Regionale energiestrategie | 1,4 |
Transformatiefonds Jeugd | 0,6 |
Sociale woningbouw | 0,4 |
Totaal | 8,8 |
Per saldo leidt dit tot een onttrekking uit de algemene reserve van € 1,8 miljoen.
Reserves
(Bedragen x 1.000) | ||||||
Reserves | 31-12-2018 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2018 | 31-12-2019 | |
Algemene reserves | 103.876 | 3.708 | 8.469 | -23.514 | 75.601 | |
Bestemmingsreserves | 45.027 | 4.158 | 13.195 | 15.102 | 51.091 | |
Totaal Reserves | 148.903 | 7.866 | 45.178 | -8.412 | 126.693 |
De kolom resultaatbestemming betreft de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2018 inzake de onttrekking aan de algemene reserve en de stortingen aan de exploitatiereserve, investeringsreserve en reserve voor de woonopgave.
Algemene reserve
(Bedragen x 1.000) | |||||
Algemene reserves | 31-12-2018 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2018 | 31-12-2019 |
Algemene reserves | 103.876 | 3.708 | 8.469 | -23.514 | 75.601 |
Totaal Algemene reserves | 103.876 | 3.708 | 31.982 | -23.514 | 75.601 |
In de totale Algemene reserves van € 75,6 miljoen is ook de Reserve Sociaal Domein voor een bedrag van € 1,7 miljoen inbegrepen. De Reserve voor het Sociaal Domein maakt derhalve onderdeel uit van de totale Algemene reserves.
Uit de algemene reserve is in 2019 het negatieve resultaat over 2018 van € 24 miljoen onttrokken. De overige belangrijkste onttrekkingen bestaan uit besluiten inzake versnellingsopgave wonen, bijdrage reserve sportverenigingen en impulsen Sociaal Domein. Verder is er obv een rekenrente van 2% € 3,3 miljoen rente toegevoegd.
Bestemmingsreserve
(Bedragen x 1.000) | |||||
Bestemmingsreserves | 31-12-2018 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2018 | 31-12-2019 |
Exploitatiereserve | 4.420 | 225 | 8.258 | 5.528 | 1.915 |
Begrotingsbeeld | 1.839 | 37 | 520 | 0 | 1.356 |
Investeringsreserve | 33.237 | 1.440 | 1.660 | 0 | 33.017 |
Reserve parkeren | 1.222 | 0 | 100 | 0 | 1.122 |
Parkeerfonds | 545 | 0 | 565 | 20 | 0 |
Wijkontwikkeling | 527 | 0 | 527 | 0 | 0 |
Bodemfonds | 2.716 | 394 | 12 | 0 | 3.099 |
Klimaatfonds | 521 | 262 | -79 | 0 | 862 |
Reserve investeringen sportverenigingen | 0 | 1.800 | 773 | 0 | 1.027 |
Reserve Versnellingsopgave Wonen | 0 | 0 | 860 | 9.554 | 8.693 |
Totaal Bestemmingsreserves | 45.027 | 4.158 | 13.195 | 15.102 | 51.091 |
Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet.
Begrotingsbeeld
In deze reserve zijn bedragen opgenomen die in een volgend jaar worden besteed. Het betreft resultaten die over meerdere jaren zijn gereserveerd voor specifieke doelen. Vanaf 2016 wordt de reserve ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de fietsenstalling.
Investeringsreserve
De hoogte van de investeringsreserve bedraagt ultimo 2019 € 33 miljoen. Deze reserve dient ter financiering van kapitaallasten voor toekomstige investeringen. Voor circa € 4 miljoen heeft hier in het verleden reeds besluitvorming over plaatsgevonden. Bij besluitvorming is het van belang dat bij aanvang van de kredietvotering voor het specifieke project het volledige bedrag van de investering dat gedekt wordt uit de reserve in de reserve beschikbaar moet zijn. Onttrekking aan de reserve vindt daarmee gedurende de gehele afschrijvingsperiode plaats. Op grond van het BBV zijn onttrekkingen aan deze reserve aan te merken als structurele onttrekkingen.
In 2019 is uit beoordeling van de reserves gebleken dat een deel van de investeringsreserve geen bestedingsdoel kent. Voor de kapitaallasten behorende bij onze gehele investeringsplanning, zoals opgenomen in de begroting 2020, wordt gefinancierd vanuit de exploitatie. De investeringsreserve is daarmee niet benodigd voor het beoogde doel en daarom wordt voorgesteld om € 29 vrij te laten vallen en deze toe te voegen aan de algemene reserve.
Reserve parkeren en parkeerfonds
De reserve parkeren wordt afgebouwd vanaf 2019 tot en met 2022 ten gunste van de algemene middelen. Het parkeerfonds betreft de reservering van bij bouwprojecten van derden ontvangen afkoopsommen voor het Parkeerfonds, waarop de verplichting ligt om parkeervoorzieningen te realiseren. Omdat deze middelen uitsluitend bestemd zijn voor parkeervoorzieningen en anders terugbetaald moeten worden, is de reserve op basis van wetgeving omgezet naar een voorziening.
Reserve wijkontwikkeling
De reserve Wijkontwikkeling is volledig besteed ten behoeve van de afronding van Geeren-Zuid en wordt conform eerdere besluitvorming opgeheven per 1 januari 2020.
Reserves bodemfonds en klimaatfonds
Het bodemfonds en het klimaatfonds zijn reserves ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Aan de reserve zijn de gelden vanuit de Wet Bodembescherming en de opbrengsten van het project windturbines Hazeldonk toegevoegd.
Reserve investeringen sportverenigingen
Conform besluitvorming in het bestuursakkoord ‘Lef en Liefde’ is er een bestemmingsreserve van € 1,8 miljoen ingesteld om een bijdrage te kunnen leveren aan sportvoorzieningen via de investeringsregeling (zogenoemde 1/3-regeling). Er is een bedrag van € 0,8 miljoen beschikt in 2019. Het restant van de reserve zal worden ingezet in de nog resterende raadsperiode.
Reserve Versnellingsopgave Wonen
Bij de besluitvorming van de jaarrekening 2018 is de reserve Versnellingsopgave wonen gevormd en gevoed vanuit de resultaatbestemming 2018 met €9,5 miljoen.
In 2019 is voor de versnellingsopgave wonen € 0,9 miljoen uitgegeven. Dit bedrag is in 2019 onttrokken aan de reserve.
Voorzieningen
Onder voorzieningen staan verplichtingen en verliezen als gevolg van risico's waarvan de omvang onzeker, maar toch redelijk in te schatten is. Ook zijn er voorzieningen voor uitgaven in een volgend jaar, die hun oorzaak vinden in of vóór het verslagjaar.
(bedragen x 1.000) | ||||||||
Voorzieningen | 31-12-2018 | Bij | Af | Vrijval | 31-12-2019 | |||
Personeelsvoorzieningen | 9.668 | 1.937 | 1.535 | 0 | 10.070 | |||
Onderhoudsvoorzieningen | 32.517 | 15.116 | 13.111 | 356 | 34.166 | |||
Voorziening verliesgevende contracten | 4.796 | 0 | 4.796 | 0 | 0 | |||
Achterstallig onderhoud verhardingen | 6.360 | 0 | 2.119 | 0 | 4.241 | |||
Planschade | 5.062 | 0 | 5.062 | 0 | 0 | |||
Overige voorzieningen | 690 | 1.927 | 0 | 241 | 2.377 | |||
Totaal Voorzieningen | 59.094 | 18.980 | 26.624 | 596 | 50.854 |
Hieronder worden de bijzonderheden per voorziening nader toegelicht.
Personeelsvoorzieningen
Het totaal van € 10,1 miljoen aan personeelsvoorzieningen bestaat voor € 8,2 miljoen uit pensioenvoorzieningen voor politieke ambtsdragers (Wet AppA) en voor € 1,5 miljoen uit kosten voor voormalig personeel en andere bijzondere personeelslasten. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre de stand van de personeelsvoorzieningen toereikend is. In 2019 heeft als gevolg van de lage rentestanden een aanvullende dotatie plaatsgevonden aan de voorziening Wet Appa van € 1 miljoen.
Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit een groep voorzieningen voor onderhoud aan de openbare ruimte en een groep voor gebouwen.
Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen, sportcomplexen en sportinventaris wordt gedoteerd conform de begroting. Er is voor een bedrag van € 6,9 miljoen onttrokken voor de werkzaamheden die zijn verricht op basis van de meerjarenonderhoudsplannen.
De voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte zijn gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte', wat in 2018 is geactualiseerd. De mutaties hebben dan ook betrekking op de werkzaamheden die benoemd zijn in het beleidskader. Het beleidskader is inmiddels geëvalueerd en voorgelegd aan de gemeenteraad. Gedurende het jaar zijn een groot aantal projecten uitgevoerd.
Achterstallig onderhoud verhardingen
Voor de voorziening achterstallig onderhoud wordt een lagere onttrekking verwacht als gevolg van grotere integrale projecten en PFAS problematiek. Hier zal € 0,9 miljoen doorschuiven naar 2020. De voorziening is, evenals de voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte'. De voorziening loopt in 2021 af.
Voorziening verlieslatende contracten
Dit betreft de voorziening die is gevormd is bij het aangaan van de koopovereenkomst van de voormalige rechtbanklocatie. In 2019 is de locatie eigendom geworden van de gemeente en heeft waardering plaatsgevonden tegen marktwaarde. Hiermee is de voorziening komen te vervallen.
Planschade
Dit betreft de in 2018 gevormde voorziening ter afwikkeling van de planschade de Lunet. In 2019 heeft uitbetaling van deze claim ten laste van de voorziening plaatsgevonden.
Overige voorzieningen
Voor het overige zijn de egalisatievoorzieningen voor riolering hier verantwoord. Als gevolg van de hogere opbrengsten en lagere lasten bij Riolering is een storting van € 1,3 miljoen in de egalisatievoorziening gedaan. Verder is onder de overige voorzieningen de van derden ontvangen afkoopsommen ten behoeve van parkeervoorzieningen opgenomen (voorheen reserve parkeerfonds). Deze middelen zijn toegevoegd aan de voorziening van derden verkregen middelen.
Toelichting vaste schulden en vlottende passiva
Vaste schulden
Onder de vaste schulden zijn schulden opgenomen met een looptijd van meer dan één jaar. De vaste schulden zijn als volgt te specificeren:
Bedragen x € 1.000
Vaste schulden (onderhandse leningen van) | 31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
---|---|---|---|---|
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 424.329 | 440.088 | ||
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren | 0 | 0 | ||
Subtotaal | 424.329 | 440.088 | ||
Waarborgsommen | 490 | 526 | ||
Totaal Vaste schulden | 424.819 | 440.614 |
De vaste schuld waarmee gemeentelijke activa (zowel materiële als financiële activa) zijn gefinancierd is in 2019 met € 16 miljoen toegenomen. De langlopende schuld is in grotendeels in handen van de BNG Bank (56%) en de Nederlandse Waterschapsbank (39%). De overige schuld is in handen van de Triodosbank (€ 12 miljoen, 3%) en de gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen (€ 8 miljoen, 2%). De lening aan Triodosbank is in 2018 aangetrokken voor de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen. De gemiddelde rente van de totale schuldportefeuille bedraagt 2,12% (2018: 2,55%). De rentelast van de vaste schuld bedraagt € 9,2 miljoen en is daarmee € 1,2 miljoen lager dan in 2018.
Een nadere toelichting op de schuldpositie en financieringsactiviteiten wordt gegeven in de paragraaf financiering.
Bedragen x € 1.000 | ||||
Vaste schulden | 31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
Lening ten behoeve van de eigen financiering | 357.670 | 375.803 | ||
Lening ten behoeve van de woningbouw | 66.659 | 64.285 | ||
Subtotaal | 424.329 | 440.088 | ||
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 0 | 0 | ||
Subtotaal | 0 | 0 | ||
Waarborgsommen | 490 | 526 | ||
Totaal Vaste schulden | 424.819 | 440.614 |
De totale langlopende schuldportefeuille bestaat uit 2 deelportefeuilles. De portefeuille langlopende leningen die voor gemeentelijke investeringen zijn aangetrokken en een deelportefeuille van leningen die zijn doorgeleend aan de woningbouwcorporaties. Deze lening portefeuilles zijn respectievelijk € 375,8 miljoen en € 64,3 miljoen groot. De gemiddelde rente van deze portefeuilles zijn respectievelijk 1,89% en 3,46%. Het grote verschil in gemiddelde rente bij beide portefeuilles komt doordat de deelportefeuille van leningen aan de woningbouwcorporaties uit enkel oude leningen bestaat met een hogere rentecoupon. Omdat de Gemeente Breda geen nieuwe leningen meer verstrekt aan de corporaties wijzigt deze gemiddelde rente niet substantieel.
Kortlopende schulden
Onder de kortlopende schulden zijn de betalingsverplichtingen opgenomen die de gemeente binnen één jaar moet voldoen. In de balans staan onder deze posten de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: de kasgeldleningen, de creditbanksaldi en de overige
schulden.
De specificatie van de kortlopende schulden is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
---|---|---|---|---|
Overige kasgeldleningen | 45.000 | 50.000 | ||
Banksaldi | 9.922 | 8.725 | ||
Overige schulden | 31.239 | 25.122 | ||
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 86.162 | 83.847 |
toelichting
De omvang van de kasgeldleningen en de banksaldi per ultimo van het jaar varieert elk jaar en is mede afhankelijk van het uitgevoerde cashmanagement en de omvang van de benodigde liquiditeiten rondom de jaarwisseling. Een nadere toelichting op de schuldpositie en de financieringsactiviteiten inclusief cashmanagement wordt gegeven in de paragraaf financiering.
De overige schulden met een korte looptijd zijn: de schulden aan leveranciers, de af te dragen belastingen en afrekeningen in het kader van Werk, Inkomen, Zorg en Jeugd. De lagere schuldpositie eind 2019 ten opzichte van 2018 is grotendeels het gevolg van twee grote posten van 2018, die in 2019 zijn afgewikkeld.
Eind 2018 was er nog € 3,8 miljoen meer te verrekenen met gemeentes in de regio in het kader van de Jeugd (€ 3,9 miljoen eind 2019 ten opzichte van € 7,7 miljoen eind 2018). Daarnaast zorgde eind 2018 een post van € 3,7 miljoen inzake afwikkeling boekenonderzoek omzetbelasting over de jaren 2011-2015 ervoor, dat de schuldpositie eind 2018 hoger was dan eind 2019.
Overlopende passiva
Het totaaloverzicht van de overlopende passiva is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Overlopende passiva | 31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 46.161 | 42.971 | ||
Voorschotten van Europese overheidslichamen | 619 | 771 | ||
Voorschotten van het Rijk | 3.880 | 3.377 | ||
Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 1.590 | 3.890 | ||
Overige vooruitontvangen bedragen | 2.653 | 1.633 | ||
Totaal Overlopende passiva | 54.903 | 52.642 |
toelichting
De overlopende passiva zijn vooruitontvangen bedragen of nog te betalen lasten waarvan de afwikkeling in het komende boekjaar plaatsvindt.
De verplichtingen bestaan uit af te wikkelen leveringen en diensten (€ 13,0 miljoen), nog te betalen rente (€ 5,5 miljoen), nog uit te betalen subsidies (€ 8,2 miljoen), nog te betalen uitkeringen (€ 4.4 miljoen) en afdrachten loonheffing, sociale lasten en omzetbelasting (€ 10,7 miljoen).
De voorschotten van Europese overheidslichamen, van het Rijk en van overige Nederlandse overheidslichamen, zijn in onderstaand verloopoverzicht gespecificeerd per regeling weergegeven. Dit betreffen ontvangen subsidiegelden met een specifiek bestedingsdoel, waarvoor in de jaren na het verslagjaar de prestaties zullen worden geleverd en de kosten worden gemaakt.
Onder de post overige vooruitontvangen bedragen staan onder meer waarborgsommen voor werkterreinen, in-/ en uitritten en aansluitingen riolering, die nadat de werkzaamheden zijn afgerond, worden terugbetaald (€ 0,8 miljoen), maar ook de nog te verhalen kosten voor de facilitaire grondexploitaties ( € 0,5 miljoen).
Overzicht jaar overstijgende subsidies
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | 31-12-2018 | Bij | Af | 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|
Subsidie energiebesparende maatregelen OMWB | 0 | 50 | 0 | 50 |
Subsidie aanpak HIC | 0 | 108 | 0 | 108 |
Subsidie internationale wachtruimte | 0 | 80 | 0 | 80 |
Landstad de Baronie | 0 | 55 | 0 | 55 |
Subsidie slimme laadpleinen | 0 | 18 | 0 | 18 |
Subsidie lokaal openbaar vervoer | 11 | 0 | 11 | 0 |
Subsidie Onderwijskansenbeleid t/m 2018 | 815 | 2 | 0 | 817 |
RMC middelen | 294 | 32 | 151 | 175 |
Subsidie AMIF 2014-2020 (integratie) | 435 | 0 | 1 | 434 |
Subsidie OCW-Educatie SISA | 135 | 51 | 0 | 186 |
Subsidie Corridor Zuid-Breda (NBR-BBV-006) | 31 | 61 | 91 | 1 |
Subsidie Voortijdig schoolverlaten 2017 | 199 | 43 | 0 | 242 |
Subsidie Landstad de Baronie | 374 | 0 | 41 | 332 |
Subsidie Smart High Straat Willemstraat | 45 | 0 | 45 | 0 |
O&O fonds onderz Center of Excellence Imagineering | 25 | 0 | 25 | 0 |
Subsidie ESF pro / vso 2014-2020 | 104 | 204 | 203 | 105 |
Subsidie Lithos | 125 | 0 | 0 | 125 |
Subsidie Aanleg Faunapassages | 141 | 43 | 63 | 121 |
Subsidie Ulvenhoutse Bos | 53 | 0 | 0 | 53 |
Bijdrage Biodiversiteit | 411 | 0 | 224 | 187 |
Subsidie Aanpak woninginbraken | 102 | 0 | 102 | 0 |
Subsidie Onderhoud verkeerregelinstallaties | 12 | 39 | 0 | 51 |
Bijdrage Fort Oranje | 2.324 | 1.127 | 2.568 | 883 |
Green Deal / Snellaadinfra | 140 | 0 | 72 | 68 |
Educatieve maatregelen | 34 | 0 | 34 | 0 |
AirQon EU | 0 | 151 | 0 | 151 |
Subsidie Brabant Start | 12 | 0 | 12 | 0 |
Bomenfonds | 43 | 61 | 43 | 61 |
Subsidie Lovensdijkstraat-Wilhelminastraat | 22 | 0 | 22 | 0 |
Subsidie waterstofvoertuigen | 80 | 0 | 0 | 80 |
Corridor A16 | 123 | 0 | 50 | 73 |
SPUK Sport | 0 | 1.151 | 593 | 558 |
Weidehek-Rietdijk Fietsstraat | 0 | 293 | 0 | 293 |
Landgoederen zone Haagse Beemden | 0 | 1.484 | 0 | 1.484 |
Ruimte voor ruimte kavels | 0 | 115 | 0 | 115 |
Subsidie Jantje Beton | 0 | 80 | 0 | 80 |
Subsidie Faunapassages | 0 | 250 | 0 | 250 |
Zuidwaterlinie | 0 | 270 | 0 | 270 |
Subsidie Onderwijskansenbeleid (OAB) 2019-2022 | 0 | 151 | 0 | 151 |
Projectenpool Van-Denk-Naar-Doen | 0 | 123 | 0 | 123 |
Maatschappelijke diensttijd (ZonMw) | 0 | 250 | 0 | 250 |
Blauwdruk Creativiteit en Business aanmaken | 0 | 8 | 0 | 8 |
Totaal | 6.089 | 6.299 | 4.349 | 8.039 |
Toelichting niet uit de balans blijkende verplichtingen
Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht de gemeente om in de toelichting op de balans inzicht te geven in de financiële verplichtingen waaraan de gemeente is verbonden, voor zover die verplichtingen financiële consequenties hebben voor de toekomstige jaren en deze niet zijn opgenomen in een balanspost.
(Bedragen x € 1.000) | |||
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen | Oorspronkelijke hoofdsom | 31 december 2018 | 31 december 2019 |
Geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen | n.b. | 520 | 436 |
Waarborgfonds sociale woningbouw | 747.725 | 647.304 | 620.280 |
Overige leningen | 41.826 | 24.726 | 24.636 |
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt | 789.551 | 672.550 | 645.352 |
Bij het Waarborgfonds sociale woningbouw is de helft van het bedrag verantwoord waarvoor de Gemeente Breda en het Rijk gezamenlijk garant staan. De gemeente Breda en het Rijk staan bij elke lening allebei voor 50% garant (de achtervang). Bij de overige leningen die gegarandeerd zijn staat de gemeente Breda voor 100% garant.
Bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de gemeente een achtervang positie. Met ingang van 2017 wordt in de jaarrekening de achtervang positie bij het WSW voor de helft opgenomen van het totale bedrag waarvoor de Gemeente Breda en het Rijk gezamenlijk garant staan. De omvang van gegarandeerde leningen waarvoor de gemeente Breda garant staat is in 2019 met € 27 miljoen afgenomen. De leningen die de gemeente rechtstreeks heeft verstrekt aan de woningbouwcorporaties zijn in de balans verantwoord en vallen ook onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
De post overige leningen betreffen de leningen die de gemeente zelf gegarandeerd heeft via een apart garantiebesluit. Deze post is al jaren beperkt in omvang. Dit komt mede door landelijk opererende garantiefondsen die op specifieke beleidsterreinen garantiestellingen verlenen en daarmee een goed alternatief zijn voor directe gemeentegaranties. Voorbeelden zijn het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds Eigen Woningen, Waarborgfonds voor de Zorgsector en het Nationaal Restauratie Fonds. De in omvang grootste posten bij de overige leningen zijn:
(Bedragen x € 1.000) | 31 december 2018 | 31 december 2019 |
---|---|---|
Stichting Elisabeth | 4.878 | 4.512 |
Internationale school Breda | 1.040 | 717 |
Building Breda | 16.928 | 17.500 |
Overige garanties | 1.881 | 1.881 |
Totaal | 24.727 | 24.547 |
toelichting
Belangen bij derden
Verkoop Essent
Met de verkoop in 2009 van het Productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE kreeg de gemeente Breda een belang in een aantal B.V.'s als zekerheid voor mogelijke claims, die voortvloeien uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop. Rond 2020 zijn de laatste claims afgewikkeld, in totaal geschat op maximaal € 200.000. Gelet op de onzekerheden bij deze claims staan deze niet als vordering in de balans.
Langlopende contracten
De gemeente heeft een groot aantal contracten met een meerjarig karakter:
Contracten voor de zorg
Voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling is. Deze contracten kennen geen budgetafspraken, maar worden afgerekend op basis van feitelijk geleverde zorg (PxQ). Dit gebeurt in uren, trajecten, cliënten etcetera. De onderdelen waar wel vaste budgetafspraken voor gemaakt zijn, bestrijken een verplichting van € 6,3 miljoen per jaar.
Voor de aangegane verplichtingen zijn de financiële middelen in de (meerjaren) begroting beschikbaar.
Contracten voor de bedrijfsvoering
Voor de bedrijfsvoering resteerde per 31-12-2019 € 6,1 miljoen aan contractuele verplichtingen in 2020. Contracten die doorlopen na 2019 zijn voornamelijk licentiekosten, accountantskosten, verzekeringen en kopieerkosten.
Overige contracten
Door de lijnafdelingen is in totaal een waarde van € 14,8 miljoen aan contracten en verplichtingen voor het jaar 2020 aangegaan..
Voor alle aangegane verplichtingen zijn middelen opgenomen in de meerjarenramingen.
Vennootschapsbelasting
Op basis van de inventarisatie en bepaling van de fiscale winst is voor 2019 een verlies van € 0,1 miljoen berekend. Dit resultaat wordt toegevoegd aan het verrekenbare verlies en kan met positieve resultaten in de toekomst worden verrekend.
Het resultaat is bepaald op basis van de volgende vennootschapsbelastingplichtige activiteiten:
- Grondexploitaties € 0,7 miljoen positief
- Afvalservice € 0,6 miljoen negatief
- Parkeren € 0,5 miljoen negatief
- Algemene kosten en renteaftrekbeperking € 0,3 miljoen positief
De fiscale winst wijkt af van het saldo van baten en lasten. Dit is onder andere veroorzaakt door de ingangsdatum van de wetgeving op 1 januari 2016. Als gevolg van tussentijd (hogere) fiscale waardering is ook de kostentoerekening anders op de fiscale balans. In 2019 is daar wijziging van wetgeving aan toegevoegd. Alle bedrijven die onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting hebben te maken gekregen van een maatregel waarbij de rente nog maar beperkt aftrekbaar is. Dit effect is toegevoegd aan de fiscale winstberekening over 2019.
Bij de bepaling van de fiscale winst is een aantal aannames gemaakt en zijn standpunten ingenomen waarover veelvuldig overleg is gepleegd met de Belastingdienst, maar waar echter nog geen instemming van de belastingdienst is verkregen. Met name over het clusteren van de activiteiten op het gebied van parkeren heeft de Belastingdienst een ander standpunt. We blijven in overleg met de Belastingdienst. In afwachting hiervan is het risico opgenomen in het risicoprofiel en ander toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen. Na toevoeging van het fiscale verlies over 2019 is het verrekenbaar verlies ultimo 2019 € 3,2 miljoen.
In 2019 is aangifte ingediend over 2016 en 2017. In 2020 zullen de aangiftes over 2018 en 2019 verder worden uitgewerkt. Op een aantal onderdelen vind nadere analyse plaats zal vinden van activiteiten en kostentoerekening. Dit kan leiden tot een aanpassing van het compensabel verlies.
Brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen
Eind 2013 zijn, in het kader van btw-aspecten, de brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen overgedragen aan de Veiligheidsregio. In deze overdracht is geregeld dat de kazernes na de fiscale herzieningstermijn van maximaal 10 jaar weer worden teruggeleverd aan de gemeente Breda.
Reclame inkomsten
In Breda treft u op diverse locaties in de gemeente halte-inrichtingen (abri’s) of vrijstaande reclamedragers (mupi's) aan met gemeentelijke en/of niet commerciële uitingen gericht aan onze burgers en/of bezoekers aan de gemeente. Op de achterzijde van de mupi’s worden reclame-informatie geplaatst. Daarnaast zijn er sinds 2018 digitale billboards aan de invalswegen, daar wordt een deel van de schermtijd voor niet commerciële uitingen benut door de City Marketing organisatie van Breda. Tussen de gemeente en de eigenaar/beheerders van deze abri's, billboards en mupi's ligt contractueel vast dat zij een deel van hun reclame-inkomsten afdragen aan de gemeente voor het gebruik van de openbare ruimte.
Toelichting EMU-saldo
Bedragen x € 1.000
EMU-saldo | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
---|---|---|
EMU-saldo Gemeente Breda | 12.700 | - 31.882 |
Referentiewaarde Gemeente Breda | -25.715 | -24.236 |
Verschil EMU-saldo en referentiewaarde | 38.415 | -7.646 |
Het EMU-saldo is het saldo van inkomsten en uitgaven met derden van de gemeente op transactiebasis in een bepaalde periode. Eenvoudig gezegd geeft het EMU-saldo aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven is dan er in dat jaar is binnengekomen, of dat er netto geld overgehouden is. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.
Het EMU-saldo van één jaar zegt relatief weinig, Een structureel negatief EMU-saldo is echter wel reden tot zorg; dit geeft aan dat de gemeente jaar-op-jaar meer geld uitgeeft dan de gemeente ontvangt. Andersom kan het ook onwenselijk zijn dat het EMU-saldo enkele jaren op rij een flink positief saldo vertoont. Dit geeft immers aan dat de gemeente mogelijk onnodig geld oppot, terwijl het geld besteed kan worden aan voorzieningen in de gemeente.
Het EMU-saldo vervult een rol bij de afspraken die in Europees verband zijn gemaakt over het toegestane maximale tekort ervan op nationaal niveau om de overheidsfinanciën in de Eurozone robuust te houden. In Nederland geldt een macro EMU-tekort voor de decentrale overheden van -/- 0,4 procent van het bruto binnenlands product per jaar voor de periode van 2019 tot en met 2022. Voor elke individuele gemeente geldt een referentiewaarde: dit betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Voor de Gemeente Breda geldt voor 2019 een referentiewaarde van - € 24,2 miljoen.
Bij de gemeente kunnen zich vier scenario’s voordoen. Hierbij wordt benadrukt dat het bij het beoordelen van de scenario’s vooral gaat om de meerjarige ontwikkeling van het EMU-saldo.
Het EMU-saldo is positief:
- De gemeente krijgt via reële transacties meer geld binnen dan dat ze uitgeeft. Dit schept ruimte om schulden af te lossen, te sparen en de reservepositie te verhogen. Daarmee draagt de gemeente positief bij aan het EMU-saldo van Nederland. Dit was in 2018 bij de Gemeente Breda het geval.
Het EMU-saldo grenst aan 0:
- De gemeente krijgt via reële transacties ongeveer evenveel geld binnen als dat er wordt uitgegeven.
Het EMU-saldo is negatief:
- De gemeente geeft via reële transacties meer geld uit dan dat erbinnen komt. De gemeente zal schulden moeten maken, leningen moeten aantrekken, of het gespaarde geld moeten aanspreken. Ook kan het zijn dat het eigen vermogen (reserves) afneemt. Hierdoor draagt de gemeente negatief bij aan het EMU-saldo van Nederland.
- Maar blijft onder de referentiewaarde: aangezien het EMU-saldo onder de referentiewaarde valt, is de bijdrage van de gemeente aan het EMU-saldo geen aandachtspunt mits de andere overheden zich ook aan hun referentiewaarden houden.
- En overschrijdt de referentiewaarde: aangezien het EMU-saldo boven de referentiewaarde uitstijgt, is de bijdrage van de gemeente aan het landelijke EMU-saldo een aandachtspunt. In 2019 is dit bij de Gemeente Breda het geval. Een of meer andere overheden moeten onder hun referentiewaarde blijven, om ervoor te zorgen dat de Nederlandse overheid als geheel onder de EMU-norm van 3% blijft.
In de begroting 2020 van de Gemeente Breda ontwikkelt het EMU-saldo zich de komende jaren positief en blijft ruim boven de referentiewaarde. Dit betekent, dat de bijdrage van de Gemeente Breda aan het landelijk EMU-saldo naar verwachting niet een specifiek aandachtspunt zal zijn.