Kapitaalgoederen
Inleiding
Een kapitaalgoed is een goed dat bestemd is voor het kunnen laten functioneren van bijvoorbeeld een onderneming of een gemeenschap. Het vormt de infrastructuur waarop en waarin een gemeenschap functioneert en zich beweegt. Kapitaalgoederen zijn investeringen in voorzieningen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut.
Kapitaalgoederen van de openbare ruimte
Een kapitaalgoed is een fysiek goed. Samen vormen de kapitaalgoederen de ruggengraat van de openbare ruimte. De totale openbare ruimte bestaat uit veel meer onderdelen dan de kapitaalgoederen. Kapitaalgoederen zijn van groot maatschappelijk nut en hebben een hoge financiële (vervangings) waarde.
Deze paragraaf beschrijft het onderhoudsniveau en daarmee het kwaliteitsniveau van de kapitaalinvesteringen in de gemeente Breda. Binnen de gemeente is deze onderverdeeld in de volgende categorieën:
- Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
- Beheer en onderhoud riolering
- Beheer en onderhoud accommodaties
- Beheer en onderhoud voertuigen.
Beheer en onderhoud publieke ruimte
In de openbare ruimte van de gemeente Breda worden vijf kapitaalgoederen onderscheiden. De openbare ruimte bestaat uit meer goederen, die zijn echter niet betiteld als kapitaalwaardig. Het beheer en onderhoud in de openbare ruimte van de gemeente Breda betreft de volgende kapitaalgoederen:
- Wegverhardingen;
- Openbare verlichting;
- Bomen;
- Civieltechnische kunstwerken;
- Waterwegen en –voorzieningen.
- Riolering*
*Waarbij aangemerkt wordt dat het kapitaalgoed riolering bijzondere wettelijke eisen en financiering kent. Deze heeft daarom een eigen systematiek en beheer- en onderhoudsbenadering.
In de beleidsplannen van de gemeente staat hoe doeltreffend beheer van de voorzieningen in de openbare ruimte eruit moet zien.
De begroting is voor dagelijks onderhoud en beheer. In 2018 actualiseerden we het beleidskader kapitaalgoederen. Voor 4 van de 5 kapitaalgoederen (openbare verlichting uitgezonderd) stond het budget op gespannen voet met de afgesproken onderhoudsniveaus. In het bestuursakkoord Lef en Liefde (2018) is vanaf 2019 € 2,1 miljoen extra jaarlijks budget beschikbaar gesteld voor het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen.
In 2020 zal de evaluatie en actualisatie ook weer worden uitgevoerd. De conclusies van de evaluatie en de actualisatie worden parallel aan het begrotingsproces met de gemeenteraad besproken. In 2019 werkten we met externe adviseurs aan het opstellen van de beheerplannen voor civieltechnische kunstwerken en waterwegen en -voorzieningen.
Wegverhardingen
Uit de evaluatie in 2017 en actualisatie 2018 bleek dat het onderhoudsniveau Bmin het juiste niveau is voor het effectief kunnen onderhouden van wegverhardingen. Het beschikbare budget voor het op peil brengen en houden van het onderhoud aan de wegverhardingen was echter te beperkt om de gestelde doelen in 2021 te behalen. Voor het inlopen van de achterstand en het op peil houden maakten we €1,1 miljoen per jaar extra budget vrij.
Uit de weginspectie in 2018 bleek dat de kwaliteit van de wegverhardingen is verbeterd. De gekozen onderhoudsaanpak leidt tot de gewenste resultaten. In 2020 voeren we een nieuwe weginspectie uit zodat we kunnen monitoren of we nog steeds op de juist koers zitten om de gestelde doelen voor 2021 te halen.
Openbare verlichting
Veel van de 40.000 armaturen en lantaarnpalen zijn toe aan onderhoud of vervanging. Met reguliere onderhoudswerkzaamheden en de verduurzamingsimpuls werken we deze achterstanden weg.
Afgelopen jaar werkten we naast de reguliere onderhoudswerkzaamheden voornamelijk aan het voorbereiden en uitvoeren van de verduurzamingsimpuls van 8400 armaturen (en de versleten palen). Tot 2019 vervingen we 1400 armaturen. In 2020 vervangen we 7000 armaturen.
In 2020 stellen we met de inzichten en ervaringen uit de verduurzamingsimpuls een nieuw verduurzamingsplan op voor de overige armaturen. De totale verduurzaming en wegwerken van de achterstanden van duurt langer dan 2021.
Civieltechnische kunstwerken
Vanuit het beleidskader kapitaalgoederen is gekozen om de civieltechnische kunstwerken op een C-kwaliteit te onderhouden. Een C-kwaliteit komt overeen met een situatie waarin geen onaanvaardbare veiligheidsrisico’s zijn en civieltechnische kunstwerken optimaal gebruikt kunnen worden.
Uit de evaluatie in 2017 en actualisatie 2018 bleek dat het beschikbare budget voor het op peil brengen en houden van het onderhoud aan de civieltechnische kunstwerken te beperkt was.
Om de toenemende kosten als gevolg van de toenemende achterstalligheid een halt toe te kunnen roepen maakten we jaarlijks € 0,5 miljoen extra budget vrij vanaf 2019.
Met het bijgestelde budget (actualisatie kapitaalgoederen 2018) is er financiële ruimte om te onderhouden op C-niveau. Jaarlijks inspecteren we ongeveer 70 kunstwerken. Over ongeveer 5 jaar hebben we dan een betrouwbaar en actueel beeld van de toestand. Vanuit deze basis zetten we vervolgstappen richting een meer planmatig en risicogestuurd beheer en het optimaliseren van de levensduur.
Bomen
Veel van de bijna 90.000 bomen in Breda zijn aan vervanging toe. Een grote vervangingsgolf dient zich aan. De afgelopen periode was er onvoldoende geld beschikbaar voor een duurzame aanpak van de vervanging van bomen. Alleen de gevaarlijke oude en zieke bomen zijn om veiligheidsredenen gekapt. Herplant vond niet op de gewenste manier plaats. In bestaande boomstructuren zijn bijvoorbeeld te kleine bomen herplant. Boomstructuren kalven hierdoor af en verliezen hun maatschappelijke, landschappelijke, verkeersgeleidende werking en ecologische waarde en werking. Hier is dan ook sprake van kapitaalvernietiging. Voor het inlopen van de achterstand en het op peil houden is € 0,2 miljoen per jaar extra budget vrijgemaakt in 2019.
Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat er van uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen, hittestress helpen tegen te gaan en dat ze hun landschappelijke, ecologische en (verkeers)geleidende waarde optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd, onderhouden en vervangen wat afkalving bij boomstructuren voorkomt.
Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Er wordt inzichtelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren. In 2019 pakten we vooral in de Haagse Beemden wortelopdruk aan.
Daarnaast zijn bomen levend materiaal in de openbare ruimte. In 2019 zagen we dat het veranderende klimaat impact heeft op het bomenbestand van de stad. Door droogte en storm vervingen we extra bomen in de stad. Verder hadden ziekten en plagen een grote invloed op het beheer van de bomen. Naast de eikenprocessierups ook de kastanje bloedingsziekte en essentaksterfte.
In het bestuursakkoord staat jaarlijks € 40.000 voor het planten van extra bomen in de boomstructuur.
In 2019 plantten we extra bomen aan de Graaf Hendrik III laan en Claudius Prinsenlaan.
Waterwegen
Breda heeft ongeveer 290 km waterlopen, 80 km duikers en diverse vijvers, plassen, havens, overige watervoorzieningen zoals watertappunten, bluswatervoorzieningen en waterspeelplekken waar het beheer en onderhoud van wordt uitgevoerd. In het beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte is voor waterwegen en watervoorzieningen afgesproken deze op een C-kwaliteit te beheren en te onderhouden. De beheeractiviteiten bestaan uit dagelijks of jaarlijks onderhoud, inspecties en vervanging en worden in samenhang met het beheer en onderhoud van waterschap Brabantse Delta opgesteld en uitgevoerd. Een gemiddeld C-niveau betekent dat de voorzieningen een slechte onderhoudsstaat mogen hebben. Ze moeten wel bruikbaar en veilig blijven.
In de huidige situatie onderhouden we het areaal op een combinatie van C- en D-niveau. Technisch gezien is er sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Met de vaststelling van het coalitieakkoord Lef en Liefde en het vaststellen van de begroting 2019 is € 0,3 miljoen beschikbaar om op C-niveau te beheren en onderhouden. Met het op kwaliteitsniveau C brengen van de waterwegen en watervoorzieningen leveren we een positieve bijdrage aan een duurzame, herkenbare en gedeelde openbare ruimte. Dit jaar liepen we een achterstand op in het uitvoeren van het programma Waterwegen. Dit kwam door de PFAS-problematiek. Hierdoor mochten we geen baggerspecie afvoeren.
Beheer en onderhoud riolering
Breda heeft ongeveer 1300 kilometer aan rioolleidingen. Het afvalwater wordt via 570 drukrioolpompjes, 7 grote en 126 kleine(re) rioolgemalen verpompt naar de RWZI Nieuwveer. Er zijn 22 tunnelgemalen die bij regenweer ervoor zorgen dat de tunnels begaanbaar blijven. In het door de gemeenteraad vastgestelde Stedelijk Waterplan 2019-2023 wordt beschreven hoe dit systeem in stand wordt gehouden en verbeterd en welke middelen daarvoor nodig zijn. De kosten dekken we vanuit de rioolheffing.
Gemiddeld is in de planperiode jaarlijks ongeveer € 14,5 miljoen nodig voor rioolvervanging en rioolverbetering. Dit budget is voldoende om te kunnen voldoen aan de wettelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Door de levensduur van riolen op te rekken via (deel)reparaties en te streven naar een wijksgewijze rioolvervanging willen we werk met werk maken om binnen de beschikbare middelen te kunnen bijdragen aan gedeelde waarden. In 2019 reviseerden we gemalen, voerden we onderhoud aan het Oude Vest riool, vervingen we riolen en onderhielden we andere voorzieningen.
In het Stedelijk Waterplan is voor de planperiode 2019-2023 een bedrag opgenomen van € 250.000 per jaar voor klimaatadaptatie in de exploitatie en € 3 miljoen per jaar voor verbeteringsinvesteringen voor wateroverlast en droogte. Vanuit dit budget dragen we bij (binnen de reikwijdte van de zorgplicht) aan klimaatadaptieve maatregelen. In 2019 startten we een start met het inrichten en opzetten van klimaatadaptieve projecten. In 2019 zochten we voor de realisatie veel verbinding met de programmering van riolering. Door mee te koppelen in projecten en intensief samen te werken met het waterschap verbonden we groen en blauw met elkaar. Dit bevordert de leefbaarheid in de openbare ruimte . Voorbeelden hiervan zijn de realisatie van de Annevillelaan, voorbereiding van de herinrichting van de Parkstraat en Nijverheidssingel en onderzoeken naar hittestress in de binnenstad.
Beheer en onderhoud accommodaties
We bepaalden de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen over de periode 2020-2029. Deze voorzieningen hebben betrekking op:
- onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen die in eigendom zijn van de afdeling Vastgoedbeheer. Dit is inclusief het binnenonderhoud dat voor rekening van de gemeente komt
- de vervanging van de binnensportinventaris
- civiel en cultuurtechnisch onderhoud van de buitensportcomplexen
De basis voor de berekening van de toereikendheid wordt gevormd door de meerjarenonderhoudsramingen van Planon, de dotaties in de begrotingen en de stand van de voorzieningen per 31 december. We concludeerden dat de onderhoudsvoorziening toereikend is voor de gebouwen van Vastgoedbeheer voor 10 jaar.
Onderhoud
Voor het bouwkundig onderhoud wordt gewerkt met conditie afhankelijk onderhoud (NEN 2767). In 2012 (CO 40848) is door het college het minimale onderhoudsniveau vastgesteld op niveau 3 (redelijk), waarbij waardebehoud en de bedrijfsvoering geborgd zijn.
Voor het civiel- en cultuurtechnisch onderhoud van buitensportcomplexen (excl. opstallen) wordt de lijn ‘sober en doelmatig’ aangehouden. Hierbij sluiten we aan bij het groenbeheersysteem dat uitgaat van de wettelijk verplichte BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en IMGeo (Informatiemodel Geografie).
Voor sportaccommodaties zijn de normeringen van NOC*NSF en overkoepelende sportbonden van toepassing, die door Kiwa Isa Sport zijn vastgelegd in het handboek voor sportaccommodaties.
De meerjarenonderhoudsplannen worden minimaal 1 keer in de vijf jaar geactualiseerd. Naast het planmatig onderhoud worden ook jaarlijks de benodigde keuringen en controles en het correctief onderhoud uitgevoerd.
Wet- en Regelgeving
Naast het reguliere onderhoud moet het gemeentelijk vastgoed voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. In het kader van veiligheid zijn er in eerste aanleg vier aandachtsgebieden gekozen waarvan de huidige stand van zaken wordt vastgesteld en de benodigde maatregelen worden geïnventariseerd en getroffen. Deze aandachtsgebieden betreffen elektra, legionellabeheersing, brandveiligheid en asbest. Ook de borging en het gedrag van de gebruiker/huurder krijgen daar een rol in. De gemeente treedt in deze rol niet op als overheid maar als rechtspersoon
Elektra
Volgens het opgestelde beleidsplan worden gebouwgebonden installaties geïnspecteerd aan de hand van het Programma van Eisen Veiligheidsinspecties voor elektrische installaties, Uneto-VNI, 2015. Het doel van de inspectie is om te beoordelen of de installatie voldoet aan de eisen van NEN 1010. De inspecties en noodzakelijke herstellingen worden uitgevoerd door de gecontracteerde aannemers. Het doel is het verkrijgen van een veilige gebouwgebonden elektrische installatie.
Legionellabeheersing
In het frequente beheer kent het Drinkwaterbesluit en de Regeling Legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater twee soorten installaties: prioritaire en niet-prioritaire installaties. Onder prioritaire installaties worden gebouwen benoemd met logiesfuncties, badinrichtingen, kampeerterreinen, truckstops en jachthavens in verband met aërosolvormende tappunten. De gemeente voert als eigenaar van gebouwen met prioritaire installaties de verplichte beheersmaatregelen uit. Van niet-prioritaire installaties worden jaarlijks de keerkleppen en watertemperatuur gecontroleerd.
Brandveiligheid
In 2019 zijn voor diverse panden brandscans uitgevoerd. De maatregelen die hieruit naar voren komen worden naar urgentie uitgevoerd waarbij zo veel mogelijk aansluiting wordt gevonden met de uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen. Door deze koppeling te maken wordt getracht de gebruiker zo min mogelijk te storen en efficiëntie te behalen. In 2019 is al een aantal werkzaamheden verricht.
Asbest
In 2017 zijn voor de panden met een bouwjaar van voor 1994, asbestinventarisaties opgesteld. Daar waar het asbest verwijderd moest en kon worden, gebeurde dit. Voor panden waar het technisch niet mogelijk is om asbest te verwijderen is dit nog aanwezig. Voor deze panden zijn asbestbeheersplannen opgesteld. De beheersplannen worden gedeeld met de eigenaar, gebruiker, uitvoerende aannemers en de brandweer.
Duurzaamheid
Breda wil in 2044 een energieneutrale gemeente zijn. Een van de speerpunten in de grootschalige aanpak die daarvoor nodig is, is het verduurzamen van het gemeentelijk gebouwenbestand. De volgende doelen zijn hiervoor vastgesteld:
1. het maken van gemiddeld twee labelstappen in 2020 over het totale gebouwenbestand.
2. het bereiken van gemiddeld label A (energie-index <1,05) in 2030 over het totale gebouwenbestand.
3. alle gebouwen gemiddeld energieneutraal in 2044.
Met een kosteneffectieve aanpak en (grotendeels) rendabele investeringen en de inzet van onderhoudsmiddelen is nu 53% van de geplande verduurzamingsmaatregelen uitgevoerd, nog eens 15% is voorbereid en zal in 2020 uitgevoerd worden.
Beleidskader
- Visie op Vastgoed (februari 2017)
- Robuuste aanpak verduurzaming van de Bredase Vastgoedportefeuille
- Nota Sportaccommodaties en Financiën
- Nota Bewegingsruimte
- Team Breda Uitvoeringsprogramma 2017/2022
Kerncijfers
Beheer en onderhoud voertuigen
Het wagen- en machinepark bestond eind 2019 uit:
- 37 inzamelvoertuigen
- 9 haak-/arm-kraanwagens
- 4 kraan/pers wagens
- 5 haak-/arm-wagens
- 5 lichte vrachtwagens
- 3 inzamelperscontainers
- 1 wascontainer
- 4 zware aanhangwagens
- 66 bedrijfswagens
- 27 personenwagens/combovoertuigen
- ongeveer 39 rijdende machines
- 84 items voor de winterdienst
- 3.600 andere items.
De onderhoudstoestand is over het algemeen goed. Jaarlijks voeren we een onderhoudsprogramma uit aan de hand van de technische staat van de voertuigen. Vervanging van alle tractiemiddelen voor de komende jaren staat in een vervangingsplan, met de insteek om te blijven voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit en landelijke milieueisen. Op het moment van afroep kijken we onder andere naar beschikbaarheid en toepasbaarheid (bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering) van hybride, low emissie en elektra en houden we rekening met duurzaamheidscriteria van het Ministerie van Water, Verkeer en Leefomgeving. Tevens willen we handelen naar de ambities van het convenant Duurzame Voertuigen en Brandstoffen in de Reinigingsbranche.
In 2019 schaften we aan:
- 1 inzamelvoertuig (Euro 6)
- 1 haak-/arm-kraanwagens (Euro 6)
- 2 haak/arm-wagens (Euro 6)
- 4 inzamelvoertuigen (Euro 5) met een hybride beladingssysteem.
In 2019 bestelden we:
- 2 inzamelvoertuigen (Euro 6) (geleverd in januari 2020)
- 1 kraan-/perswagen voor ondergrondse voorzieningen
- 1 ‘’Mier’’ op waterstof voor de binnenstad
- 1 volledig elektrisch voertuig onder 3500 kg
- 9 dieselvoertuigen (Euro 6).
De inzamelvoertuigen worden in januari 2020 geleverd en de andere voertuigen in de loop van 2020.