Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
Beleid maken en uitvoeren is risico nemen. Er zijn veel maatschappelijke uitdagingen die vragen om nieuwe oplossingen. Hiervan is de uitkomst onzeker. Ook veranderen de omstandigheden. Hierdoor kan het uitvoeren van beleidsplannen andere uitkomsten geven dan verwacht. Daarom is risico-intelligentie nodig. Met risico-intelligentie bedoelen we risico’s (kansen en bedreigingen) nauwkeurig inschatten. Dit is belangrijk omdat de risico’s ook groter kunnen zijn dan de gemeente aan kan. Een belangrijke indicator hiervoor is het weerstandsvermogen. Een positief weerstandsvermogen betekent dat de gemeente voldoende geld heeft om financiële tegenvallers en schade op te vangen.
Het weerstandsvermogen is het vrij besteedbaar bedrag min het bedrag dat nodig is om risico's op te vangen (risicoprofiel).
Het weerstandsvermogen is het vrij besteedbaar vermogen min het bedrag van de berekende risico's. Per jaar presenteren we het weerstandsvermogen
2 keer, bij de jaarrekening en bij de begroting. Eerst gaan we in op de huidige stand, daarna het beleid, het risicoprofiel en de weerstandscapaciteit.
Weerstandsvermogen
Risico’s belemmeren het bereiken van onze doelen. Het is daarom nodig de risico’s in beeld te hebben en zo goed mogelijk te bepalen. Voor een stabiel financieel beleid reserveren we een deel van ons eigen vermogen (reserves) om financiële risico’s op te vangen.
De gemeente loopt op dit moment € 72,6 miljoen aan risico's. Dit noemen we het risicoprofiel. Bij de begroting 2020 bedroeg het risicoprofiel € 64,7 miljoen. Het risicoprofiel is dus toegenomen met € 7,9 miljoen. Dit komt vooral door 3 nieuwe risico's. Een aantal ontwikkelingen maken het lastiger de kosten van bedrijfsvoering te dekken voor de ambtelijke organisatie maar ook voor Afvalservice. Er is er een risico opgenomen vanwege de lastige voorspelbaarheid van de gemeentefondsuitkering. Daarnaast is het leegstandsrisico van de eigen panden toegenomen.
Om de risico’s ad. € 72,6 miljoen af te dekken heeft de gemeente eind 2024 € 125 miljoen beschikbaar. Doordat verschillende risico's zoals sociaal domein en grondexploitaties een meerjarig karakter hebben, is het totale bedrag van de risico's voor de berekening van het weerstandsvermogen afgezet tegen het meerjarig geschatte vermogen (2020-2024). Het weerstandsvermogen bedraagt volgens die berekening € 52,4 miljoen. Wat betekent dat als de risico's zich voordoen, we de beleidsuitvoering kunnen voorzetten.
Bij de begroting 2020 bedroeg het weerstandsvermogen nog € 27,7 miljoen en bij de jaarrekening 2018 bedraagt het nog € 37,9 miljoen. De reden voor de stijging van de weerstandscapaciteit is de toevoeging van € 29 miljoen vanuit de investeringsreserve, omdat hieronder geen bestedingsdoel licht.
De ontwikkeling van het risicoprofiel vanaf 2014 toont het volgende beeld:
- De paarse lijn geeft het totaal aan risico’s aan afgezet tegen de rechter as (0,0 – 100,0).
- De linker as (0,0 – 60,0) geeft de bedragen per risicogroep weer.
Hoe we omgaan met het weerstandsvermogen is hier grafisch weergegeven:
De rode streep is het minimale bedrag dat we aan buffers nodig hebben. Is er meer dan dit bedrag, dan bepalen we hoeveel geld nodig is om de financiële positie op orde te krijgen of te houden (grijs vak). Dit meten we aan de hand van financiële kengetallen (zie hieronder), zoals de netto schuldquote, solvabiliteit, grondexploitatie, belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte. Inzet van de algemene reserve kan ervoor zorgen dat de kengetallen onder de vereiste waarde komen.
Hierna bepalen we hoeveel geld er nodig is voor eerdere besluiten, bijvoorbeeld uitgaven die volgen uit de structuur/omgevingsvisie. Als dat gedekt is, zijn de middelen vrij in te zetten.
Beleid: Uitgangspunten en proces
Risicomanagementbeleid is als volgt weer te geven:
Met zo min mogelijk tegenslagen doelen realiseren is wat we willen bereiken. Dit doen we via 4 lijnen. In elke lijn is het centrale uitgangspunt het risicogesprek, oftewel bewustwording.
1e lijn, RISICO's:
We hebben te maken met risico’s en kansen door niet te beïnvloeden externe ontwikkelingen. De gemeente neemt risico’s om het maximale uit haar beleid te halen. Deze strategische risico's zijn gewenst. Verder zijn er te voorkomen risico’s. Hieronder vallen ook de compliance risico’s als we niet voldoen aan wet- en regelgeving. Ook zijn er schades en incidenten (bijvoorbeeld fraude) die dagelijkse kunnen voorkomen.
2e lijn, prioritering risico’s en TOP RISICO's:
De risico's in de 1e lijn zijn er teveel om goed te beheersen. Iedere 6 maanden maken de wethouder Financiën, gemeentesecretaris, directeuren en concerncontroller een keuze van maximaal 30 risico’s met de grootste impact. Dat noemen we de TOP risico's.
3e lijn, nemen van MAATREGELEN:
We maken een strategie voor het treffen van maatregelen om de risico’s te beheersen.
4e lijn, AUDIT:
Om vast te stellen of het proces werkt, voert concerncontrol jaarlijks gesprekken met de ketenmanagers en afdelingshoofden. Hierdoor kan het zijn dat we het proces aanscherpen of het systeem aanpassen.
Benodigde weerstandscapaciteit
(bedragen x € 1 miljoen) | |||||
Nr. | Risico`s | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Jaarrekening 2018 | Begroting 2019 |
Grondexploitaties | |||||
1 | vastgoedontwikkeling | 15,1 | 15,4 | 15,9 | 19,2 |
2 | anterieure overeenkomsten | 0,7 | 1,3 | 1,3 | 5,2 |
Sociaal Domein | |||||
3 | Sociaal Domein (totaal) | 35,4 | 37,7 | 39,1 | 46,5 |
Derden | |||||
4 | Huurinkomsten gemeentelijk vastgoed | 5,5 | 4,3 | 4,3 | 2,5 |
5 | Verbonden partijen (GR'en) | 1,9 | 1,9 | 4,2 | 3,0 |
Projecten | |||||
6 | Projecten | 4,1 | 4,1 | 1,9 | 1,9 |
Overige risico's | |||||
7 | Panden voldoen niet aan te stellen eisen | 0 | 4,0 | 4,0 | 4,0 |
8 | Implementatie omgevingswet | 2,8 | 2,8 | - | - |
9 | Klimaatrisico's | 1,5 | 1,2 | - | - |
10 | Bedrijfsvoering algemeen | 7,5 | - | - | - |
11 | Afvalstoffen | 4,0 | - | - | - |
12 | Cyberrisico's (imago) | p.m. | p.m. | p.m. | - |
13 | Fiscale risico's | 0,6 | 0,6 | - | |
14 | Fluctuaties gemeentefondsuitkering | 1,4 | - | - | - |
15 | Garantiestellingen | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
16 | Gevolgen Corona-virus | p.m. | - | - | - |
De risico-inventarisatie levert honderden risico's op. De raad wil alleen een toelichting op de belangrijkste risico's.
We voeren een Monte Carlo-simulatie uit voor het berekenen van het totale weerstandsvermogen. Deze geautomatiseerde simulatie is een veel gebruikte techniek die verschillende scenario's doorrekent. De berekeningen in het overzicht zijn een indictie. We kunnen deze benaderen door maximaal gevolg te vermenigvuldigen met de kans.
Een voorbeeld: Stel dat het gevolg van een risico € 20 miljoen is en de kans dat het risico voorkomt 50%, dan is er in de tabel € 10 miljoen opgenomen (€ 20 miljoen x 50%). Hierdoor zijn de gepresenteerde bedragen hoger dan het aandeel in de nodige weerstandscapaciteit.
Alleen de risico's 1 Vastgoedontwikkeling en 3 Sociaal Domein berekenden we ook met de Monte Carlo simulatie. Dit komt door het grote aantal risico’s en deze berekening benadert de werkelijkheid beter.
Het risico ‘Panden voldoen niet aan brandveiligheidseisen’ is vervallen omdat hiervoor middelen beschikbaar zijn gekomen.
Toprisico’s
1. Vastgoedontwikkeling (€ 15,1 miljoen, was € 15,4 miljoen)
De kansen en bedreigingen van de grondexploitaties brengen we per exploitatie in kaart. Aanvullend op de projectrisico’s brengen we projectoverstijgende risico’s in beeld. We berekenen dan de scenario’s door met een verslechterde economische ontwikkeling. De grootste risico’s zijn markt- en projectoverstijgende risico’s. De belangrijkste reden voor een kleine daling is nog steeds (lichte) afname van het aantal grondexploitaties en dat veel grondexploitaties in de eindfase zitten. Over de stikstofproblematiek is nog veel onbekend, mogelijke oplossingen zijn er nog niet. Totdat die er zijn is het onmogelijk om exact te berekenen wat hiervan de gevolgen zijn. Vertraging bij planuitvoering heeft een financiële effect en is onderdeel van de berekende projectoverstijgende risico's.
2. Anterieure overeenkomsten (faciliterend grondbeleid € 0,7 miljoen was € 1,3 miljoen)
Dit zijn risico’s die te maken hebben met de verhaalbaarheid van kosten en eventuele claims vanwege ruimtelijke ontwikkelingen, dan wel claims tengevolge van handhaving.
3. Sociaal Domein (€ 35,4 miljoen, was € 37,7 miljoen)
Dit risico is de optelsom van verschillende risico’s binnen het Sociaal Domein. De risico’s Sociaal Domein (benodigde weerstandscapaciteit) zijn afgenomen met € 2,3 miljoen. In totaal geen groot verschil maar de verschillen tussen de onderdelen participatie, jeugdzorg en Wmo zijn groot. Het risico op budgetoverschrijding is bij BUIG bijna € 0 maar bij Wmo toegenomen. Volgend beeld maakt het specifieker.
Het risico BUIG is teruggebracht tot nul. Maatregelen blijken effectief en leiden tot het voorgenomen resultaat om binnen het Rijksbudget te blijven. Volgens de prognoses gaat dit zeker lukken. Wel zijn er nog enige risico’s. De doelgroep zal door afnemende geschiktheid voor de arbeidsmarkt minder eenvoudig te plaatsen zijn. Het is niet aannemelijk dat we de jaarlijkse uitstroomt nog veel verder kunnen opkrikken naar meer dan 700 per jaar. Door verzwaring van het klantenbestand verwachten we dat vanaf 2020 meer participatie-middelen nodig zijn per uitgestroomde kandidaat. Het participatiebudget en BUIG zijn communicerende vaten. Minder beschikbare middelen leidt tot minder uitstroom. November en december 2019 zagen we voor het eerst weer een stijging van aanvragen voor een uitkering. We beperken de instroom zoveel mogelijk, maar die neemt licht toe. We moeten nog goed onderzoeken wat de oorzaak hiervan is. Het is te vroeg om al te spreken van een nieuwe trend. Pas in het 3e kwartaal kunnen we daar een uitspraak over doen. Samenvoeging Atea-groep gaat vanaf 2021 mogelijkheden bieden voor het uitplaatsen van de zwaardere doelgroep. Of dit samengaat met besparing is nog onzeker. De evaluatie van de tegenprestatie laat zien dat uitbreiden van de tegenprestatie niet lukt binnen bestaande formatie.
Positief zijn de extra eenmalige rijksgelden voor de jeugdzorg. Hierdoor is er meer tijd om maatregelen te nemen. Desondanks blijft het lastig om snel de tekorten af te bouwen. In 2019 voerden we audits uit op de ingediende declaraties door zorgaanbieders, en pasten we de intake aan. We gaan zelf de administratie voeren voor betere stuurinformatie. Deze maatregelen moeten we nog verfijnen en vragen om voortdurende creativiteit om scherpte bij zorgaanbieders te houden. Dit alles maakt dat we rekening houden met tekorten. De lening aan Juzt geeft onzekerheid. De WBO- gemeenten staan mede garant als het komt tot een afboeking van de lening. Daarnaast dreigen er tekorten op het leerlingenvervoer. Tot slot wijzigt het woonplaatsbeginsel, wat bepaalt welke gemeente de kosten moet dragen. De verwachting is dat de gemeente Breda hierdoor meer kosten krijgt.
Door de invoering van het abonnementstarief is het aantal Wmo hulpaanvragen gestegen. De stijging geeft structureel hogere kosten, zowel in de uitvoeringskosten als in de voorzieningskosten huishoudelijke verzorging. Het is nog niet duidelijk of deze aanzuigende werking tijdelijk is of dat we rekening moeten houden met een structureel hogere klantvraag. Deze onzekerheid nemen we in begrotingen op als risico. We monitoren het effect van het abonnementstarief conform landelijke afspraken tussen Rijk en VNG. Ook de teruglopende inkomsten uit eigen bijdragen zijn meegenomen in de monitor. Aan de hand van de uitkomsten spreekt de VNG straks met de minister over passende maatregelen, als de financiële gevolgen groter zijn dan begroot. Omdat deze uitkomsten pas volgend jaar komen en de eventuele compensatie nog later, is er op dit moment een lobby gaande voor eerdere compensatie.
4. Huurinkomsten gemeentelijk vastgoed (€ 5,5 miljoen, was € 4,3 miljoen)
Er is onzekerheid over de voortgang huurinkomsten van het gemeentelijke vastgoed. De huurder van het Rat Verleghstadion kan misschien de afgesproken huur niet betalen. Daarnaast zijn er leegstandsrisico’s bij de panden van ATEA en Stadskantoor C. Na de overdracht van de Riethil 6-10 en 11 per 1 januari 2020, vallen nu alle panden die eigendom waren van ATEA onder thema ‘beheer van het gemeentelijk vastgoed'. De exploitatie van de panden leidt tot verlies.
5. Verbonden Partijen (buffer) (blijft € 1,9 miljoen)
Voor gemeenschappelijke regelingen (GR'en) reserveren we vermogen. Een aantal GR'en bouwen geen eigen vermogen op en vallen bij tegenvallers direct terug op het vermogen van de deelnemende gemeenten, waaronder Breda. Breda steunt nu op het risicomanagement van GR’en.
6. Diverse projecten ( blijft € 4,1 miljoen)
Projecten zoals riool IJpelaar, infrastructureel werk rondom station en claims oude wijkontwikkelingsprojecten. Het gaat om claims, vertragingsrisico’s en mogelijke budgetoverschrijdingen door meerwerk, subsidierisico's en dergelijke.
8. Implementatie Omgevingswet (blijft € 2,8 miljoen)
De invoering van de Omgevingswet brengt invoeringskosten mee en structurele lasten en baten. Op basis van het VNG Financieel dialoog model maakten we een schatting van de te verwachten kosten. Tot 2024 is een extra investering nodig van € 4,1 miljoen om op het gewenste niveau te komen. Deze kans is redelijk groot (70%). Daarmee komen we op een risico van € 2,8 miljoen (= € 4,1 miljoen x 70%). Het gaat tot nu toe om globale bedragen die steeds verder verfijnen en afhankelijk zijn van bestuurlijke keuzes. We letten bij het vormgeven van processen en digitalisering op het verminderen van structurele kosten. De Omgevingswet start in 2021. Dan moet een aantal zaken geregeld zijn. Daarna geldt een overgangstermijn tot 2029. Hoe langer de implementatie duurt, hoe minder snel we positieve effecten realiseren.
9. Klimaatrisico’s ( € 1,45 miljoen, was € 1,2 miljoen)
We berekenden de schommelingen in de extra kosten door weersextremen (sneeuw- en regenval, hitte, droogte) in de afgelopen 5 jaar. Denk hierbij aan herplanten van groen, boomvervanging, dierplaagbestrijding, gladheidbestrijding en wateroverlast. De toename komt door hogere kosten voor dierplaagbestrijding. Mede door het Rekenkamerrapport zijn er acties ondernomen om de klimaatrisico's te beperken, waaronder groene hoogbouw (via de Welstandsverordening probeert de gemeente groenere bouwplannen af te dwingen) en we werken aan bredere subsidieregelingen. Daarnaast zijn er nieuwe initiatieven die zich richten op klimaatadaptief handelen, zoals klimaatadaptieve wijkdeals, groene buurtjes, verbreding subsidieregeling groene daken, uitvoeren stresstesten en risicodialogen, educatie/jeugdparticipatie, pilotprojecten met woningbouwcorporaties, inrichten Nelson Mandelaplein en het Europees project Cooltowns (maatregelen hittestress). Binnen cluster 'Openbare ruimte en wegen' zoeken we naar mogelijkheden voor versnelling van de verduurzaming van de openbare verlichting. In het meerjareninvesteringsplan zijn voor de komende 3 jaar middelen gereserveerd voor groene pleinen en parken 2.0. Deze maatregelen dragen bij aan de hitteproblematiek in de binnenstad.
10. Bedrijfsvoering ( € 7,5 miljoen, was € 0 miljoen)
in 2019 is er zoals in 2018 een overschrijding van bedrijfsvoeringkosten van ruim € 4 miljoen ten opzichte van de begroting. Een groot deel van deze overschrijding komt door structurele kosten voor inhuur vanwege vacatures, een daling in productieve uren (door terugloop projecten en grondexploitaties) en een tekort op de overheadkosten van Atea. In de begroting 2020 hebben we een verlaging van onze kosten opgenomen, onder andere op het gebied van huisvesting. We zien risico’s in het realiseren van deze besparingen samen met het verminderen van het tekort op de bedrijfsvoering. Daarnaast verwachten we de komende jaren extra kosten op het gebied van onder andere digitalisering en cybersecurity, cultuur, armoedebeleid en regionale samenwerking (data gedreven sturing en gegevensbescherming/privacy). Ondanks alle pogingen om het tekort terug te dringen, verwachten we de komende 4 jaren een tekort.
11. Afvalstoffen ( € 4,0 miljoen, was € 0 miljoen)
Uit prognoses blijkt dat Afvalservice te maken krijgt met tekorten op de uitvoering. Daarnaast loopt nog de afhandeling van de claim van Aterro en een onzekere markt voor gebruikte kunststoffen.
12. Cyberrisico’s (met name imago-risico; p.m.)
Het dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (IBD) is hét handvat om informatiebeveiliging up-to-date te houden. Het geeft inzicht in de belangrijkste bedreigingen en ontwikkelingen en adviseert over prioriteiten. In het dreigingsbeeld 2019-2020 concludeert de IBD onder andere dat beveiliging van informatie onvoldoende op de (politieke) agenda’s staat en het inzicht in risico’s onvoldoende integraal is. Cyberrisico’s hebben impact en kunnen leiden tot reputatie- en imagoschade. Ook de Gemeente Breda heeft waardevolle informatie te verliezen of kan schade lijden als informatie niet meer beschikbaar is. De Cyberrisicoanalyses integreren we in een intern controlesysteem. Het cyberriskplan vraagt om veel afwegingen. We verwachten het plan in het 2e kwartaal van 2020 aan de gemeenteraad aan te bieden. Het cyberriskplan vormt de basis van de cyberrisico strategie van de Gemeente Breda.
13.. Fiscale risico's (€ 0,6 miljoen)
De vennootschapsbelastinglast is tot en met 2019 nog niet zeker. We verwachten dat deze op € 0 uitkomt.
Er lopen met de belastingdienst nog enkele discussies over parkeeractiviteiten en de opbrengsten uit reclamecontracten. Dit kan leiden tot een aanvullende belastinglast van € 2,0 miljoen over de periode 2016 - 2020. Voor beide risico’s schatten we de kans op 30%. We maakten we stappen in het verbeteren van fiscale beheersing binnen onze organisatie. De wens tot het bouwen van een tax control framework hebben we In 2019 niet kunnen realiseren, omdat we onze aandacht hebben gericht op de fiscale beheersing. We zien uit interne monitoring minder fouten ontstaan. Op degene die we zien kunnen we nog tijdig bijsturen.
14.. Fluctuaties gemeentefondsuitkering ( € 1,4 miljoen, was € 0 miljoen)
De gemeentefondsuitkering van het Rijk variëren flink binnen een begrotingsjaar. In 2016 kregen we € 2,1 miljoen meer dan verwacht en in 2019 was dit € 2,9 miljoen minder. Over de afgelopen 4 jaar kregen we € 2,1 miljoen minder dan verwacht. Het is goed om hiervoor deze risicobuffer op te nemen.
15. Garantstellingen (p.m)
Garanties verlenen aan derden en het innemen van achtervangposities bij waarborgfondsen heeft risico's. Bij het niet nakomen van verplichtingen op gegarandeerde leningen wordt de gemeente aangesproken. Bij een achtervangpositie in een waarborgfonds gebeurt dit pas als het garantievermogen van de waarborgfondsen niet genoeg is. We schatten dit risico laag in. Bij een aanspraak zorgen de hypothecaire zekerheden in het voordeel van de Gemeente Breda ervoor dat het financieel verlies gering of nihil is.
De gemeente Breda heeft bij 2 waarborgfondsen een achtervangpositie:
- het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
- het Waarborgfonds Eigen Woningen dat de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) verstrekt
Bij beide waarborgfondsen verwachten we de komende jaren geen aanspraak op de achtervangpositie.
16. Gevolgen Corona-virus (p.m.)
De ontwikkelingen rondom het Corona-virus gaan snel. De gevolgen zijn op korte termijn niet bekend. Op dit moment maken we risico-scans. Die kunnen gaan over het afboeken van vorderingen vanwege faillissementen, onrechtmatigheden door het toepassen van 'workarounds', extra kosten voor handhaving vanwege sluiting horeca en voorkomen illegale feesten, hoger ziekteverzuim, extra kosten bijzondere bijstand, kosten vanwege extra thuiswerkvoorzieningen, hoger beroep op schuldhulpdienstverlening, extra maatregelen kinderopvang en over vertraging bij projecten. Voor meer informatie wordt verwezen naar het onderdeel gebeurtenissen na balansdatum.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit ontwikkelt zich als volgt:
(bedragen x € 1 miljo en) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Algemene reserve (per 1-1) | 73,9 | 103,2 | 106,8 | 116,4 | 124,0 |
Vrije ruimte investeringsreserve | 29,0 | ||||
Onvoorzien | 0,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Vermogen om bezuinigingen door te voeren | PM | PM | PM | PM | PM |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 102,9 | 104,2 | 107,8 | 117,4 | 125,0 |
De investeringsreserve is niet benodigd voor het beoogde doel en daarom wordt voorgesteld om € 29 vrij te laten vallen en deze toe te voegen aan de algemene reserve. Omdat deze €29 miljoen uit de investeringsreserve geen bestedingsdoel kent, voegen we deze nu reeds toe aan onze weerstandscapaciteit.
In 2020 houden we geen rekening met de post onvoorzien in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Met een risicoprofiel van €72,6 miljoen is onze weerstandscapaciteit voldoende om de risico's op te kunnen vangen.
Financiële kengetallen
Rekening | Rekening 2019 | |
---|---|---|
Door BBV voorgeschreven: | ||
Netto schuldquote | 68,86% | 71,51% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 42,96% | 46,25% |
Solvabiliteitsratio | 18,35% | 17,56% |
Grondexploitaties | 5,95% | 6,23% |
Structurele exploitatieruimte | -3,88% | -0,64% |
Belastingcapaciteit | 102,73% | 101,53% |
Gemeentelijke aanvulling: | ||
Uitleenquote | 27,79% | 27,16% |
Solvabiliteitsratio exclusief doorleningen | 24,06% | 23,00% |
Ratio weerstandsvermogen | 1,7 | 1,2 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 19,48% | 23,67% |
Toelichting financiële kengetallen
Netto schuldquote waarde uitstekend (0% tot 90%):
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast tegenover de eigen middelen. Het geeft een indicatie over hoeveel de rentelasten en aflossingen drukken op de exploitatie. In de referentiewaarde ‘uitstekend valt’ 0% tot 90 %. In tegenstelling tot bij het solvabiliteitspercentage houden we bij de berekening van de netto schuldquote rekening met doorgeleende gelden. Het solvabiliteitspercentage ligt onder de grens van de signaleringswaarde, echter laat de netto schuldquote zien dat we aan onze financiële verplichtingen vanuit leningen kunnen voldoen.
Solvabiliteitsratio signaleringswaarde (kleiner dan 20%):
Solvabiliteit drukken we uit in een percentage van eigen vermogen tegenover totaal vermogen wat inzicht geeft in de mate waarin we in staat zijn om aan onze verplichtingen te voldoen. Dit kengetal dempen we omdat we grote geldleningen hebben verstrekt aan woningcorporaties en aan BreedSaam wegens de doordecentralisatie onderwijshuisvesting. In het kengetal solvabiliteit exclusief doorleningen is het percentage berekend zonder deze doorleningen, dan voldoet de gemeente aan de streefwaarde van ten minste 20%.
Grondexploitaties waarde uitstekend (kleiner dan 20%):
Uit de kengetallen blijkt dat we qua waarde in de categorie ‘uitstekend’ vallen. De boekwaarde van de grondexploitaties verdienen we terug bij de doorverkoop van grond. Het kengetal laat zien dat we voor de baten van de organisatie niet in grote mate afhankelijk zijn van de opbrengsten uit grondverkopen. In het verleden zijn er flinke afboekingen geweest op de grondposities, De kans op herhaling van een risico met deze omvang is klein.
Structurele exploitatieruimte signaleringswaarde (kleiner dan 0%):
Dit kengetal geeft informatie in welke mate we structurele lasten kunnen afdekken met structurele baten. In 2019 is dit kengetal licht negatief, het laat zien dat we onze structurele lasten deels financieren met incidentele inkomsten. Hierbij moeten we ook bezien dat onttrekkingen aan reserves bijna helemaal zijn aangemerkt als incidentele middelen.
Belastingcapaciteit signaleringswaarde (groter dan 100%):
Dit kengetal geeft inzicht of de gemeente veel belasting heft of dat er mogelijkheden zijn om de belastingen te verhogen.